Balans per 31 december

Vaste passiva

Investeringen in infrastructuur

Ingesteld per

2021

Soort

Bestemmingsreserve

Functie

Sparen/ besteding

Doel / Nut en noodzaak

  • Vervanging kunstwerken Winschoterdiep: In 2011 is met het Rijk een overeenkomst gesloten omtrent de overdracht van het beheer en onderhoud van het Winschoterdiep/Rensel naar de provincie Groningen per 1 januari 2012. Onderdeel van de overeenkomst is een afkoopsom van € 22 miljoen voor de vervanging van de kunstwerken Winschoterdiep. Deze afkoopsom is gebaseerd op de destijds berekende contante waarde van de toekomstige vervangingskosten. Om te borgen dat de hoogte van de reserve voldoende is om de toekomstige vervangingen te financieren wordt de reserve tot en met 2024 jaarlijks gevoed met rente (Voorjaarsnota 2018). Het zwaartepunt van de vervanging van de kunstwerken ligt rond de jaren 2030-2040. In de Kadernota 2019-2023 zijn de aanvullende benodigde middelen voor de vervanging opgenomen. Deze vervangingsopgave is wordt deels door deze reserve gedekt en deels vanuit de Algemene middelen.
  • Cofinanciering van projecten in het Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL): De totale cofinanciering voor RSP-ZZL bedraagt € 325 miljoen. Het aandeel van de provincie bedraagt € 245 miljoen. De overige € 80 miljoen is door de gemeente Groningen beschikbaar gesteld (prijspeil 2007) en maakt derhalve geen onderdeel uit van de reserve RSP. In het kader van het convenant tussen Rijk en noordelijke regio is het programma voor RSP op te delen in drie deelprogramma’s: Ruimtelijk Economisch Programma (REP), Concrete projecten en projecten Regionaal Mobiliteitsfonds. De invulling van de projecten Regionaal Mobiliteitsfonds is aan de regio overgelaten. De mobiliteitsprojecten uit het RSP komen in het provinciale MIT tot uitdrukking.
  • Dekking van projecten en activiteiten uit het provinciaal MIT. (Dit programma liep tot en met 2020.)
  • Dekking van projecten uit het vastgestelde Uitvoeringsprogramma Mobiliteit dat is opgesteld in het kader van het Programma Mobiliteit Provincie Groningen.

Voorwaarden
voor aanwending

Spaarfunctie voor:

  • Vervanging kunstwerken Winschoterdiep (op basis van de in 2011 met het Rijk gesloten overeenkomst).
  • Projecten die zijn vastgelegd in het MIT-programma tot en met 2020.
  • Voor de projecten in het kader van het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit, vanaf 2022 geldt het Programma Mobiliteit Provincie Groningen als basis.
  • Dekking van afkoopsommen beheer en onderhoud (op basis van Life Cycle Costing) die worden meegegeven bij overdracht van areaal naar derden (veelal gemeenten). (De afkoopsommen zijn onderdeel van het totale projectbudget en daarmee gekoppeld aan deze reserve en zijn een besparing op toekomstige investeringen en onderhoud.)

Bestedingsplan

Spaarfunctie: Het bestedingsplan wordt gevormd door het vervangingsplan infrastructurele werken en de projectenportefeuille Deze zijn onderdeel van en worden opgenomen in het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit.  

Ontwikkelingen

Spaarfunctie:

  • In 2012 is besloten om de reserve Afkoopsom vervanging kunstwerken Winschoterdiep in te zetten om het project ‘Bediening op afstand Provincie Groningen’ voor te financieren ter hoogte van maximaal € 8,8 miljoen. De besparingen als gevolg van de realisatie van dit project worden ingezet om de voorfinanciering in te lopen.

In de Kadernota 2019-2023 zijn middelen opgenomen voor de vervanging van kunstwerken in de periode 2021-2035. Dekking vindt deels plaats uit deze reserve en deels zijn de kosten gedekt vanuit de Algemene middelen.
Bij de Rekening 2019 is € 0,1 miljoen aan deze reserve onttrokken om de reserve Beheer wegen en kanalen aan te vullen (aangezien deze niet negatief mag staan), bij de Jaarstukken 2020 is daarvoor € 0,9 miljoen onttrokken.
Het provinciaal MIT liep tot en met 2020. Niet alle projecten waren eind 2020 afgerond. De in de reserve opgenomen middelen (voor onder andere de Westelijke Ringweg en de verdubbeling van de N33 Midden en reactiveren spoorlijn Veendam-Stadskanaal) blijven beschikbaar voor de financiering en financiële afwikkeling van de in het huidige MIT-programma opgenomen projecten.
De middelen voor investeringen worden in het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit nader uitgewerkt passend binnen de beschikbare middelen.
Alle beschikbare RSP-middelen zijn gelabeld of verplicht. Ook de nog overige verplichte bedragen en verrekeningen RSP brengen we onder in deze reserve. Als voorbeeld de aflossing van de voorfinanciering Wunderline van € 14,1 miljoen die in geval van vrijval RSP-middelen zal worden vereffend binnen deze reserve.
Bij de Perspectiefnota 2024/Voorjaarsmonitor 2023 is besloten om vanuit de Algemene middelen € 3,5 miljoen voor 2023 over te hevelen naar deze reserve voor prijscompensatie van lopende projecten. Deze middelen zijn inmiddels volledig ingezet (door toevoeging aan de projectbudgetten) ter dekking van gestegen projectkosten als gevolg van prijsontwikkelingen.

Saldo ultimo 2024

€ 228.882.675 (spaarfunctie)

Verplichtingen

€ 146.878.340 (spaarfunctie)

Gelabeld

€ 82.004.335 (spaarfunctie)

Toets labeling

De middelen voor 'sparen ringwegen' zijn voor langere tijd gelabeld. Hetzelfde geldt voor de middelen N33, N355, de RSP-porjecten en de vanuit de reserve duVV overgekomen middelen voor N366.
Van de gelabelde bedragen is voor een tweetal projecten € 2 miljoen in 2024 vrijgevallen ter dekking van het Hoofdlijnenakkoord 2023-2027.
In de Perspectiefnota 2025 is besloten om de onttrekking aan het stamkapitaal ter dekking van de ambities uit Hoofdlijnenakkoord weer aan te vullen uit deze reserve. In de periode 2025 tot en met 2027 wordt aan de gelabelde middelen voor de N33 in totaal € 8,8 miljoen hiervoor aangewend.

Vrije ruimte ultimo 2024

€ 0

Minimum - maximum

Spaarfunctie: De minimale omvang van de reserve is € 22 miljoen. Het bedrag dat als afkoopsom is ontvangen voor de vervangingsopgave Winschoterdiep (de verwachting is dat vanaf 2030 vervangingsinvesteringen aan de orde zijn).
Op dit moment is maximaal ca. € 229 miljoen benodigd voor de in de projectenportefeuille opgenomen projecten en de spaarbedragen zoals die nu in de meerjarenbegroting zijn opgenomen. Jaarlijks vindt herijking plaats op basis van de (benodigde) vulling van de projectenportefeuille. De afschrijvingslasten worden gedekt vanuit de exploitatie. De investering (of een deel daarvan) wordt daardoor derhalve afgedekt door het gespaarde bedrag vanuit de reserve en deze af te storten in de reserve Afschrijvingen.

Opheffingscriteria

Spaarfunctie: De reserve kan worden opgeheven wanneer er geen infrastructurele projecten meer worden uitgevoerd binnen de provincie.

Deze pagina is gebouwd op 05/23/2025 15:46:43 met de export van 05/23/2025 12:21:45