Paragrafen

Financiering

Ultimo 2024 had de provincie Groningen circa € 1,3 miljard uitstaan. Dit bedrag is opgebouwd uit treasurymiddelen (tijdelijk overtollige middelen) en middelen die uitgezet zijn in het kader van de publieke taak (zie 2.5) en is inclusief de middelen die beheerd worden voor derde partijen. Hieronder is een tabel met de uitsplitsing opgenomen.

Tabel 6. Opbouw middelen treasury en publieke taak

(x € 1 miljoen)

Bedrag

Treasury kort (tot één jaar):

Rekening-courant bij de Staat

654,1

654,1

Treasury lang (vanaf één jaar):

Leningen medeoverheden

321,4

Duurzaam aandelenfonds

25,0

346,3

Totaal treasury

1.000,4

Totaal publieke taak

275,4

Totaal uitgezette middelen

1.275,8

Treasurymiddelen
De middelen die ultimo 2024 uitgezet waren (totaal € 1.000,4 miljoen) kunnen worden onderverdeeld naar de volgende geldnemers:

  • € 654,1 miljoen bij het Rijk;
  • 321,4 miljoen bij medeoverheden;
  • € 25,0 miljoen bij een duurzaam aandelenfonds.

Uitgezette middelen bij het Rijk
De middelen die ultimo 2024 bij het Rijk geplaatst zijn betreffen het tegoed op de rekening-courant van de provincie van € 654,1 miljoen (waarvan afgerond € 20,0 miljoen nazorgmiddelen).

Uitgezette middelen bij medeoverheden
Vanaf mei 2013 zijn middelen uitgezet bij medeoverheden met looptijden tot twintig jaar. Op 31 december 2024 stond bij 25 medeoverheden totaal € 321,4 miljoen uit. De laatste lening vervalt in 2043. Bij het afsluiten van deze leningen heeft de provincie een hoger rendement gerealiseerd dan op dat moment mogelijk was bij deposito's van het Rijk. Het gaat hierbij om een gemiddelde opslag van circa 0,2% - 0,3% ten opzichte van staatsobligaties met dezelfde looptijd. In 2024 zijn in totaal acht leningen aan medeoverheden verstrekt voor een totaalbedrag van € 105,0 miljoen.

Uitgezette middelen bij  financiële ondernemingen
In augustus 2024 is de laatste lening afgelost die voor de invoering van het verplicht schatkistbankieren was afgesloten. Op 31 december 2024 staat circa € 25,0 miljoen aan nazorgmiddelen lang uit via een duurzaam aandelenfonds.

Treasuryportefeuille
De provincie Groningen beheert naast haar eigen middelen ook middelen van derde partijen. Het gaat hierbij om Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), Regio Groningen-Assen, Omgevingsdienst Groningen, Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging en Groningen Bereikbaar. In het overzicht hierna is de onderverdeling van de treasurymiddelen over de verschillende partijen weergegeven.

Tabel 7. Opbouw treasurymiddelen provincie - derde partijen

(x € 1 miljoen)

Bedrag

Percentage

Totaal treasury

1.000,4

100,0%

waarvan middelen van derden:

SNN

194,9

19,5%

SNN - diensten voor derden

161,8

16,2%

Nazorgmiddelen

44,9

4,5%

Regio Groningen-Assen

11,3

1,1%

Omgevingsdienst Groningen

3,5

0,4%

Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging

2,8

0,3%

Groningen Bereikbaar

2,7

0,3%

Totaal middelen van derden

422,0

42,2%

Eigen middelen provincie

578,4

57,8%

Het totale saldo aan treasurymiddelen is in 2024 gestegen met afgerond € 30,2 miljoen ten opzichte van het saldo ultimo 2023. Het verschil komt door een toename van SNN van circa € 131,7 miljoen, de provinciale middelen van afgerond € 83,4 miljoen, nazorgmiddelen van € 5,4 miljoen, Regio Groningen- Assen van € 2,1 miljoen en de afname van SNN-diensten voor derden van circa € 192,4 miljoen. Over de saldi van derden in rekening-courant worden de overeengekomen rentevergoedingen berekend en verantwoord. SNN voert naast haar eigen programma's en regelingen ook diensten voor derden uit. Het gaat hierbij onder andere om de subsidieregeling Waardevermeerdering.

Om inzicht te verschaffen in de opbouw van de treasuryportefeuille is in het onderstaande overzicht de portefeuille per ultimo 2024 weergegeven, uitgesplitst naar geldnemer en de resterende looptijd. Uit de tabel blijkt dat 66% van de middelen relatief kort zijn uitgezet. Met ingang van 2023 ontstond na een lange periode weer de mogelijkheid om middelen voor langere looptijden uit te zetten In 2024 zijn in totaal acht leningen aan medeoverheden verstrekt voor een totaalbedrag van € 105,0 miljoen met looptijden tot tien jaar.

Tabel 8. Treasuryportefeuille naar geldnemer

(x € 1 miljoen)

Resterende looptijd

Totaal

Tot 1 jr.

Tot 3 jr.

Tot 5 jr.

Tot 7 jr.

Tot 10 jr.

> 10 jr.

Staat

654,1

654,1

Medeoverheden

5,0

24,7

46,0

25,8

183,5

36,3

321,3

Financiële ondernemingen

25,0

25,0

Totaal

659,1

24,7

46,0

25,8

183,5

61,3

1.000,4

Percentages

66%

2%

5%

3%

18%

6%

100%

Uitgezette middelen met een looptijd tot één jaar
Ultimo 2024 stond € 659,1 miljoen uit met resterende looptijden tot één jaar. In de Begroting 2024 is ervan uitgegaan dat het saldo van de kort uitgezette middelen in de loop van 2024 verder zou afnemen. Dit zou gerealiseerd worden door het uitzetten van middelen in het kader van de publieke taak en door de realisatie van geplande investeringen.

De rentebaten en de rendementen van de uitgezette middelen met een looptijd tot één jaar over de jaren 2021 tot en met 2024 (exclusief nazorgmiddelen) zijn hierna weergegeven. Ter vergelijking is het gemiddeld rendement van de driemaands Euribor in het overzicht opgenomen. Het gemiddelde ontvangen rentepercentage op middelen uitgezet korter dan een jaar bedraagt 3,64%. Dit is iets hoger dan het gemiddelde rentepercentage van de driemaands Euribor (3,62%). In totaal is € 17,1 miljoen aan rentebaten ontvangen. Geraamd was € 15,4 miljoen.

Tabel 9. Renteopbrengst uitgezette middelen (excl. nazorgmiddelen) - looptijd tot één jaar

Jaar

Gemiddeld uitgezet bedrag

Gemiddeld percentage

Gemiddelde driemaands Euribor

Renteopbrengst

(x € 1 miljoen)

(x € 1 miljoen)

2021

494,1

0,0%

-0,5%

0,0

2022

596,5

0,3%

0,2%

1,8

2023

523,4

3,2%

3,3%

16,9

2024

480,1

3,6%

3,6%

17,8

Uitgezette middelen met een looptijd van één jaar en langer
De rentebaten en de rendementen van de uitzettingen langer dan één jaar over de jaren 2021 tot en met 2024 (exclusief nazorgmiddelen) zijn hieronder weergegeven. Ter vergelijking is het gemiddeld rendement van de rente op tienjarige staatsleningen (tienjaars staat) in het overzicht opgenomen.

Tabel 10. Renteopbrengst uitgezette middelen (excl. nazorgmiddelen) - looptijd één jaar en langer

Jaar

Gemiddeld uitgezet bedrag

Gemiddeld percentage

Gemiddelde tienjaars Eurobond

Renteopbrengst

(x € 1 miljoen)

(x € 1 miljoen)

2021

188,0

2,5%

-0,2%

4,7

2022

214,1

2,5%

1,3%

5,3

2023

261,3

4,9%

2,8%

12,8

2024

345,9

2,8%

2,6%

9,6

Op 31 december 2024 stond € 316,3 miljoen (exclusief nazorgmiddelen) uit met looptijden van één jaar en langer. In 2024 is een bedrag van € 9,6 miljoen aan rentebaten gegenereerd. Dit is het resultaat van een gemiddeld saldo van € 345,9 miljoen met een gemiddeld rendement van 2,77%. In de Begroting 2024 werd uitgegaan van € 9,0 miljoen (gemiddeld bedrag € 326,6 miljoen à 2,77%). De verschillen ten opzichte van de raming zijn ontstaan door een hoger gemiddeld saldo van uitgezette middelen aan medeoverheden.

De rentebaten van zowel de kort uitgezette middelen als de lang uitgezette middelen over 2024 bedragen totaal € 26,7 miljoen. Dit is afgerond € 2,3 miljoen meer dan de raming van € 24,4 miljoen.

Nazorgmiddelen
Nazorgmiddelen zijn middelen die specifiek uitgezet zijn voor de eeuwigdurende nazorg van de gesloten stortplaatsen en baggerspeciedepots. De beleggingen van deze middelen zijn uitgezonderd van het schatkistbankieren. In de Wet fido is specifiek voor nazorgfondsen bepaald dat voor de hoofdsomgarantie bij beleggingen minimaal 42% vastrentend moet worden belegd; de rest mag in aandelen (maximaal 58%). Vastrentende beleggingen zijn beleggingen in obligaties en leningen waarbij de renteopbrengsten van tevoren bekend zijn.

Tabel 11. Uitgezette middelen nazorgfonds gesloten stortplaatsen en baggerspeciedepots

(x € 1 miljoen)

Bedrag

Duurzaam aandelenfonds

25,0

Rekening-courant bij het Rijk

20,0

Totaal

44,9

Het saldo van de nazorgfondsen bedragen ultimo 2024 totaal € 44,9 miljoen. Het rendement van de nazorgmiddelen over 2024 bedraagt totaal € 5,9 miljoen, de raming was € 2,3 miljoen. Het positieve verschil komt door het hogere rendement van de belegging in het duurzame aandelenfonds van circa € 3,6 miljoen. Jaarlijks wordt het rendement van het aandelenfonds bepaald door het verschil van de eindwaarde en de beginwaarde van het jaar.

Stortplaatsen

Doelvermogens
In respectievelijk 2008, 2011, 2016 en 2021 hebben uw Staten de doelvermogens definitief vastgesteld van de stortplaatsen Kloosterlaan, Woldjerspoor, Borgerswold en Usquert. De oorspronkelijke doelvermogens van Kloosterlaan, Borgerswold Woldjerspoor en Usquert waren hoger geraamd dan bij de definitieve vaststelling. Bij de provincie Groningen is gekozen voor de optie vereveningsheffing. Dit betekent dat de doelvermogens van betrokken locaties worden samengenomen (Kloosterlaan, Woldjerspoor, Usquert, Borgerswold en Stainkoeln 2) en dat wanneer de laatst sluitende stortplaats in de nazorg gaat de verevening plaatsvindt. Dit houdt in dat tekorten of overschotten in het nazorgfonds worden verrekend ten tijde van de sluiting van de stortplaats Stainkoeln 2. Deze sluiting is voorzien in 2027.

In 2023 hebben uw Staten het voorlopige doelvermogen van Stainkoeln 3 vastgesteld. Deze stortplaats maakt geen deel uit van de vereveningsheffing, aangezien verevening voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen bij overdracht aan de provincies na invoering van de nieuwe Wet milieubeheer en de Leemtewet rond de eeuwwisseling met en tussen de bestaande stortplaatsen is overeengekomen. Daarmee worden uiteindelijk de benodigde doelvermogens verevend met de laatst sluitende stortplaats Stainkoeln2 (2027).
Voor Stainkoeln3 als nieuwe en dan enige stortplaats is daarna dan sprake van object-gebonden heffingen, waarvoor geen verevening meer kan plaatsvinden. Het voor de nazorg benodigde doelvermogen wordt daarom alleen door Stainkoeln3 opgebracht. Het voorlopig vastgestelde doelvermogen bedraagt € 14,6 miljoen en de stortplaats zal naar verwachting in 2055 sluiten. Voor deze stortplaats zijn nog geen gelden afgestort. Mogelijk zullen de nog af te rekenen 'vergoeding verevening' en de overwaarde in het fonds voor Stainkoeln 2 daartoe (deels) worden ingezet.

Jaarlijkse aanslagen - Stainkoeln 2
Van de stortplaats die nog niet is gesloten (Stainkoeln 2) is de contante waarde per 1 januari 2025 € 6,9 miljoen. In het fonds zit voor Stainkoeln 2 ultimo 2024 een bedrag van € 12,9 miljoen. Het positieve verschil bedraagt € 6,0 miljoen. Dit betekent dat ook in 2025 evenals in de jaren 2006 tot en met 2024 geen afdracht door Afvalverwerking Stainkoeln BV aan de provincie hoeft plaats te vinden.

Jaarlijkse aanslagen - Stainkoeln 3
Gelet op de afrekening van de verevening en de overwaarde van Stainkoeln 2 wordt in 2025 nog geen nazorgheffing voor Stainkoeln 3 opgelegd.

Uitgezette nazorgmiddelen gesloten stortplaatsen en behaald rendement
De uitgezette middelen van het nazorgfonds gesloten stortplaatsen en de behaalde rendementen voor deze nazorgmiddelen over de periode 2021 tot en met 2024 zijn opgenomen in de onderstaande tabel.

Tabel 12. Renteopbrengst uitgezette middelen nazorgfonds stortplaatsen

Jaar

Gemiddeld uitgezet bedrag

Gemiddeld percentage

Renteopbrengst

(x € 1 miljoen)

(x € 1 miljoen)

2021

28,1

11,4%

3,2

2022

31,0

-3,6%

-1,1

2023

29,4

31,6%

9,3

2024

38,3

15,4%

5,9

Het rendement van de uitgezette middelen is in 2023 fors hoger geweest dan andere jaren door de afwikkeling van het garantieproduct 2010-2023 in 2023.

Baggerspeciedepots
Naast het nazorgfonds voor gesloten stortplaatsen heeft de provincie een fonds voor baggerspeciedepots. De objectgebonden nazorgheffing voor baggerspeciedepots wordt een maand voor sluiting van een baggerspeciedepot opgelegd en geheven. Het fonds is opgebouwd uit de nazorgheffing van de baggerspeciedepots Driebond, Winschoterzijl, Zuidwending en Dorkwerd (totaal € 0,24 miljoen) en het saldo van de provinciale depots (totaal € 0,99 miljoen). Voor dit fonds was ultimo 2024 een bedrag van circa € 1,23 miljoen kort uitgezet op de rekening-courant bij het Rijk (schatkistbankieren). In 2024 is € 45.912 aan rente gerealiseerd. Geraamd was € 43.000.

Deze pagina is gebouwd op 05/23/2025 15:46:43 met de export van 05/23/2025 12:21:45