1. Inleiding
Het Meerjarenprogramma Ondergrond en Bodem 2020-2025 (MJP20-25) is vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 3 november 2020. Het MJP beschrijft de achtergronden, (sub)doelen en provinciale rol en ambities van het bodem- en ondergrondbeleid en werkt deze uit naar concrete taken, projecten en deelprogramma’s.
Van grote invloed op resultaten en de werkzaamheden die in het kader van het MJP20-25 zijn en worden uitgevoerd is de (vertraagde) inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 met zijn andere taak, rol en verantwoordelijkheden voor de provincie en de veranderde financieringswijze van de bodemsaneringsoperatie.
In voorbereiding op een nieuw Programma Ondergrond en Bodem 2026-2030 (PO&B26-30) zijn wij in 2024 gestart met een evaluatie vanhet lopende Meerjarenprogramma Ondergrond en Bodem 2020-2025 (MJP20-25).
Met zowel het MJP20-25 als het PO&B26-30 beogen wij een efficiënt en duurzaam bodem- en ondergrondbeheer in de provincie Groningen te realiseren. Duurzaam beheer is het zodanig beheren en gebruikmaken van de ondergrond en bodem dat de veiligheid en gezondheid van mens, dier en plant die op en in de bodem leven, worden beschermd en de functionele eigenschappen van de bodem blijven behouden, terwijl er tegelijkertijd ruimte is voor maatschappelijke ontwikkelingen. Het begrip beheer omvat alle keuzes, handelingen en maatregelen die de bodem en ondergrond beïnvloeden. Het begrip bodem omvat eveneens het grondwater.
2. Wet bodembescherming
Wij hebben de ambitie om samen met belanghebbenden tot een afgewogen oordeel te komen over het gebruik van de ondergrond. In de Nota Ondergrond is beschreven hoe wij een heldere afweging willen maken bij het beoordelen van bestaande en nieuwe activiteiten in de diepe(re) ondergrond. In het MJP is de Nota Ondergrond vertaald naar concrete beleidskeuzen en maatregelen. Het bewaken van de veiligheid staat hierbij op alle fronten centraal.
Activiteiten in de (diepere) ondergrond vallen onder de Mijnbouwwet. Hier hebben wij een adviserende taak bij het verlenen van mijnbouwvergunningen, winningsplannen (gas en zout) en omgevingsvergunningen. Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG, was Economische Zaken en Klimaat: EZK) is het bevoegde gezag. De advisering en coördinatie vinden plaats zowel voor de Mijnbouwwet als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Het gaat daarbij onder andere om de onderwerpen gaswinning (Kleine Velden), zoutwinning, opslagactiviteiten en geothermie.
Wij voeren voor de provincie Groningen de wettelijke taken voor de Wet bodembescherming (Wbb) uit, met uitzondering van de gemeente Groningen. Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht geworden en voor Bodem is de gemeente het bevoegd gezag. Het overgangsrecht (Wbb) geldt alleen nog voor de zogenaamde 'overgangsrechtlocaties' waar de provincie het bevoegd gezag voor blijft.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de uitgevoerde taken in de afgelopen jaren. Het aantal beschikkingen laat de laatste afgelopen jaren een nagenoeg gelijk beeld zien. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn een aantal bevoegdheden overgegaan naar gemeenten, het aantal evaluatiebeschikkingen en BUS-meldingen is daardoor in 2024 lager.
Tabel: Aantallen beschikkingen in de periode 2010-2024
Beschikkingen | 2010- | 2015-2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2020-2024 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beschikking ernst en spoed | 60 | 61 | 6 | 4 | 12 | 10 | 7 | 39 |
Plannen van aanpak beoordeeld | 66 | 76 | 21 | 22 | 20 | 23 | 13 | 99 |
Beschikking saneringsplan | 44 | 46 | 9 | 7 | 13 | 16 | 11 | 56 |
Evaluatiebeschikkingen | 158 | 255 | 76 | 56 | 47 | 53 | 26 | 258 |
BUS-meldingen | 157 | 236 | 52 | 51 | 45 | 82 | 13 | 243 |
Monitoring 1) | - | - | 9 | 11 | 8 | 9 | 10 | 47 |
Totaal | 485 | 674 | 173 | 151 | 145 | 193 | 80 | 742 |
De cijfers van 2023 zijn aangepast omdat in de Jaarstukken 2023 de cijfers van december niet waren meegenomen en omdat de overgang naar de Omgevingswet in die tijd speelde. Monitoring is toegevoegd omdat dit van belang is inzake nazorg.
3. Spoedlocaties bodemverontreiniging
Bodemverontreiniging van voor 1987 treffen we soms aan in de historische kernen, bij wierden, wegbermen, boezemkades en bij voormalige (gas)fabrieken. We veronderstellen in de provincie Groningen ca. 10.000 kleine en grote locaties met mogelijk bodemverontreiniging. Ons uitgangspunt is dat via het duurzaam beheer van de bodem, deze geschikt dient te zijn en te blijven voor het gebruik ervan. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet de bodemkwaliteit in overeenstemming zijn mét, of worden gebracht óp, het niveau ‘geschikt voor het gebruik’.
Met het eerste Bodemconvenant in 2009 kwam de focus van de bodemsaneringsoperatie te liggen op de aanpak van de Spoedlocaties, locaties met onaanvaardbare humane, ecologische en/of verspreidingsrisico’s. Voor de provincie Groningen was er in 2010 bij 55 locaties sprake van (mogelijk) onaanvaardbare risico’s bij het huidige gebruik. Wanneer onaanvaardbare risico's worden aangetroffen op een locatie moeten deze zo spoedig mogelijk worden beheerst. Het aantal van 55 is na 2010 sterk afgenomen door onderzoek waarbij de verwachte risico’s niet werden aangetroffen of door de uitvoering van saneringen waardoor de onaanvaardbare risico's werden weggenomen.
Bij de start van het MJP20-25 was er bij 17 locaties een sanering in uitvoering. Het betreffen allen complexe langlopende saneringen, waarvan er 5 locaties door de veroorzaker en/of terreineigenaar en 12 locaties door de provincie, omdat de veroorzaker/terreineigenaar niet instaat was om aan de verplichtingen te voldoen of verantwoordelijk was te houden. Voor alle 17 locaties zijn in deze programmaperiode 2020-2025 belangrijke stappen gezet, waarbij de verwachting is dat 3 locaties, waarvan 2 door de provincie, pas na 2030 kunnen worden afgerond. De overige 14, waarvan 10 door de provincie, zullen de komende programmaperiode 2026-2030 worden afgerond.
4. Bodembeheer
Vanuit het MJP zijn wij opdrachtgever of betrokken bij een aantal projecten binnen het bodemdomein. Het ging daarbij om onder andere het overdragen van bodeminformatie aan de gemeenten zodat zij hun taken goed kunnen vervullen onder de Omgevingswet. Onderzoek naar mogelijke bronlocaties met PFAS-verontreinigingen. En een project om de monitoring van de kwaliteit van het grondwater beter af te stemmen tussen de ketenpartners en beter voorbereid te zijn op mogelijke nieuwe bedreigingen van de grondwaterkwaliteit als gevolg van Zeer zorgwekkende/opkomende stoffen. Ook is een bijdrage van het Rijk ontvangen voor een inventarisatie en categorisering van nazorglocaties en lopende saneringen binnen de provincie. En daarnaast zijn en worden er projecten uitgevoerd in het kader van duurzaam bodembeheer in de landbouw zoals het project Bodemgezondheid dat wordt uitgevoerd met de buurprovincies Drenthe en Fryslân en met Friesland Campina.
5. Ondergrond
Als provincie hebben wij een verantwoordelijkheid voor het borgen van de veiligheid bij ondergrondse activiteiten, voor een goede ruimtelijke ordening van de ondergrond in relatie tot de bovengrond, voor het halen van de KRW-doelen en het waarborgen van onze financiële en economische belangen. Deze rol is soms beleidsvormend of adviserend en soms als vergunningverlener en bevoegd gezag.
Momenteel lopen er verschillende vergunningstrajecten ten aanzien van mijnbouwactiviteiten in Groningen. Daarnaast zijn verschillende plannen in voorbereiding. De meest actuele ontwikkelingen hierin betreffen het verlengen van de winningsplannen van Nobian voor Zuidwending en Heiligerlee.