1. Inleiding
Dit VTH-jaarverslag 2024 sluit aan op het VTH-jaarprogramma 2024. De wetgever heeft aan het college van Gedeputeerde Staten taken toebedeeld. In het programma hebben wij de wettelijke activiteiten voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) samengebracht. Sinds 2024 is de Omgevingswet (Ow) ingevoerd. Oude wetten zijn daar (deels) in opgenomen. Voor de uitvoering van wettelijke taken voor VTH is de volgende wet- en regelgeving van toepassing. Dit is hieronder per taakveld, waarvoor de provincie het bevoegd gezag is, onderverdeeld:
Tabel 1: Wet- en regelgeving
Hier staat beschreven binnen welke organisatie en welk domein de wetten en regels zijn ondergebracht.
TAAKVELDEN (/WET- EN REGELGEVING) | VERGUNNINGVERLENING & ONTHEFFING | TOEZICHT & HANDHAVING |
---|---|---|
Omgevingswet, (voorheen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) * | Provincie Groningen/ | Provincie Groningen/ |
Omgevingswet (voorheen Waterwet) * | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Wet Milieubeheer (nazorg stortplaatsen) | Provincie Groningen/ODG | Provincie Groningen/ODG |
Omgevingswet (voorheen Wet bodembescherming) * Besluit bodemkwaliteit | Provincie Groningen/ODG | Provincie Groningen/ODG |
Vuurwerkbesluit/ontbrandingen | Provincie Groningen | Provincie Groningen Provincie Groningen |
Omgevingswet (voorheen Ontgrondingenwet) * | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Omgevingswet (voorheen Wet natuurbescherming) * Wadloopverordening | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Wegen en vaarwegen | ||
Scheepvaartverkeerswet | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Binnenvaartwet | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Wrakkenwet | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Wegenwet | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Wegenverkeerswet | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Omgevingswet (voorheen Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden) * | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Wet luchtvaart | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens | Provincie Groningen | Provincie Groningen |
* Voor de taakvelden waarvan wet- en regelgeving (deels) zijn opgegaan in de Omgevingswet geldt overgangsrecht voor de procedures die voor in de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn gestart. Daarvan zijn er in 2024 nog veel, dus is oud recht daarop nog van toepassing;
** GS zijn bevoegd gezag voor zeer grote opslagen van consumentenvuurwerk (IPPC/Seveso). In onze provincie zijn momenteel geen IPPC/Seveso-vuurwerkopslaginrichtingen gevestigd.
Om de kwaliteit van de leefomgeving in Groningen te verbeteren en in stand te houden voeren wij een groot aantal activiteiten uit. Naast planvorming, realisatie en subsidieverlening bewerkstelligen wij onze beleidsdoelen met vergunningverlening, toezicht en handhaving. Daarmee willen wij milieuhinderlijke activiteiten voorkomen, natuurwaarden behouden, de biodiversiteit beschermen, de fysieke veiligheid borgen, de verkeersveiligheid bevorderen en gezondheidsrisico's minimaliseren.
Ons jaarprogramma voor VTH en ons VTH-jaarverslag hebben betrekking op de uitvoering van de beleidscyclus, onder planning & rapportage.
Afbeelding 1: Beleidscyclus
Plek van het jaarverslag in de beleidscyclus (zie grijze pijl)
Voor VTH zijn de volgende strategische, en tactische en operationele beleidsdocumenten van belang:
Strategische beleidskaders:
- Economische visie provincie Groningen;
- Leefbaarheidsvisie provincie Groningen;
- Omgevingsvisie provincie Groningen;
Tactische en operationele beleidskaders:
- Amendement PS naar aanleiding van rapport 'Grip op Brzo-bedrijven' van de Noordelijke Rekenkamer, d.d. 26 september 2016.
- Beleidsnotitie Fauna en Flora 2018, d.d. 3 oktober 2018;
- Coalitieakkoord 2019-2023, d.d. 20 mei 2019;
- Handhavingsdocument Vuurwerk 2008;
- Landelijke Aanpak Toezicht Risicovolle Bedrijven (LAT RB), d.d. 14 januari 2013;
- Meerjarenprogramma Ondergrond en Bodem 2020-2025, d.d. 3 november 2020;
- Milieuprogramma provincie Groningen d.d. 6 juli 2022;
- Noordelijke Maat voor de uitvoering van het Besluit risico's zware ongevallen (Brzo) en de Richtlijn Industriële Emissies (RIE-4);
- Nota Ondergrond 2020-2025, d.d. 30 september 2020;
- Regeling aanwijzing consumentenvuurwerk;
- Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk;
- Regelingenbank: VTH-beleid voor de deelonderwerpen Wet natuurbescherming, de Wadloopverordening, de Waterwet, Wegen en vaarwegen en de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (2022);
- Risicoanalyse vuurwerkevenementen en -voorstellingen Provincie Groningen 2019;
- Structuurvisie Eemsmond - Delfzijl 2017-2035, d.d. 19 april 2017;
- Uitvoering en handhavingsstrategie 2023-2027
- Verordening hergebruik stedelijk afvalwater d.d. 15 juli 2023;
- VTH-beleid voor de deelonderwerpen: de Wet natuurbescherming, de Wadloopverordening, de Waterwet, Wegen en vaarwegen en de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (2022), zie het Provinciaal Blad van Groningen 2022.
De wetgever heeft ons verplicht de gerelateerde VTH-activiteiten te prioriteren en te beschrijven in een VTH-jaarprogramma. Wij hebben gekozen voor het opstellen van een integraal programma en daarin de programmering van de VTH-activiteiten van de Omgevingswet en die van de andere voornoemde wetten en besluiten gebundeld. Onze resultaten hebben wij bereikt door de inzet van medewerkers van Omgevingsdienst Groningen (ODG), natuurorganisaties en eigen medewerkers. Ook de samenwerking met andere overheden en overheidsdiensten heeft bijgedragen aan de resultaten. De resultaten zijn in het volgende hoofdstuk per wet toegelicht. In de bijlage treft u de gerealiseerde aantallen vergunningen, toezichtbezoeken en handhavingsbesluiten.
2. Uitvoering
Sinds 1 januari 2022 is het domein Uitvoering met daarin het basisteam VTH operationeel. In het team werken de medewerkers van het Loket VTH samen met de deskundigen in de backoffice. Het loket vervult de centrale rol voor de administratieve behandeling van de inkomende en uitgaande VTH-zaken. De vakinhoudelijke werkzaamheden worden gedaan door de medewerkers van de backoffice en ODG.
2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Deze paragraaf beschrijft de verantwoording van onze VTH-taken die voortvloeien uit de Omgevingswet, die voorheen vielen onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Deze zien toe op de bouw- en milieu(belastende)activiteiten. Wij zijn het bevoegd gezag voor circa 150 'complexe' bedrijven (circa 110 bedrijven in de sectoren industrie en energie en circa 40 bedrijven in de afvalbranche). Dit betreft de 'reguliere milieubedrijven'. Wij zijn ook bevoegd gezag voor 36 vergunde Seveso-inrichtingen, waarvan er 10 ook een RIE-4-status hebben (peildatum 1 november 2024) en voor 22 RIE-4 bedrijven. Seveso-inrichtingen zijn bedrijven waar met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. RIE-4 bedrijven zijn complexe chemiebedrijven die werken met milieuverontreinigende stoffen. Daarnaast vallen de taken bij voornoemde bedrijven voor bouwen, reclame, in-/uitritten, kappen, slopen (BRIKS) en de indirecte lozingen (van afvalwater van bedrijven) ook onder de bevoegdheid van de provincie. ODG heeft voor ons het overgrote deel van de werkzaamheden die voortvloeien uit de VTH-taken uitgevoerd, op grond van het Mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen 2024.
ODG heeft de VTH-taken voor bouwactiviteiten uitbesteed aan de gemeente Groningen. De taken voor milieubelastende activiteiten worden wel behandeld door ODG.
2.1.1 Algemeen
Met VTH reguleren wij bedrijfsactiviteiten die nadelige gevolgen voor het milieu kunnen veroorzaken. Het VTH-beleid volgt vooral uit het Europese en nationale milieubeleid. Wij hebben het aangevuld met provinciaal beleid. In onze rol als opdrachtgever voor ODG sturen wij vooral op output. Dit betekent dat wij sturen op de realisatie en kwaliteit van vooraf afgesproken producten en diensten. De diensten zijn opgenomen in de producten- en dienstencatalogus (PDC) van ODG en de Noordelijke Maat van de drie noordelijke provincies.
Voor de milieubelastende activiteiten volgen wij de methodiek 'programmatisch handhaven'. Hierin worden de risico's van slecht naleefgedrag ingeschat en op basis daarvan worden de jaarlijkse prioriteiten vastgesteld. We bewerkstelligen daarmee dat we onze capaciteit transparant en risicogestuurd inzetten.
Primaire processen dienstverlening ODG reguliere VTH-taken
Onder primaire processen van de ODG voor de provincie vallen vergunningverlening, toezicht en handhaving en advisering. Hieronder volgen de belangrijkste aspecten die in 2024 van invloed waren op de dienstverlening van de ODG. Opgemerkt dient te worden dat ODG als gevolg van een niet goed werkbaar zaaksysteem geen kwantitatieve gegevens heeft aangeleverd en ten behoeve van de kwalitatieve gegevens enkel een conceptversie van de Jaarrapportage 2024 Seveso Noord aangeleverd. Voor de reguliere VTH bedrijven heeft ODG nog geen rapportage aangeleverd. Het idee is om niet meer op output maar op outcome te rapporteren en de rapportage ook in deze gedachtengang op te leveren. Desondanks zijn enkele zaken noemenswaardig voor ons eigen VTH-jaarprogramma, en daarom hier wel expliciet vermeld.
Vergunningverlening
Aan het eind van 2023 werden nog veel vergunningaanvragen ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Deze aanvragen vallen daardoor nog onder het 'oude recht'. ODG was in een groot deel van 2024 bezig met deze vergunningprocedures.
Ondertussen kwamen ook aanvragen onder het 'nieuwe recht' binnen. Dat betekende in de praktijk dat er veelvuldig moest worden geschakeld tussen oude en nieuwe wet- en regelgeving door medewerkers van ODG. Dat maakte het werk complex. Daarnaast nam de administratieve last toe door melding- en informatieplichten.
ODG merkt op dat veelal grotere bedrijven zich goed hebben voorbereid op de wetswijziging, terwijl dit voor kleinere bedrijven moeilijk bleek. Veel vragen van initiatiefnemers over de nieuwe wetgeving en werkwijzen werden aan ODG behandeld.
Toezicht & handhaving
Er zijn drie onderdelen te onderscheiden: milieu-, bodemtoezicht en toezicht asbestverwijdering.
Milieu
Op het gebied van toezicht en handhaving (milieu) heeft ODG opgemerkt dat er grote verschillen zijn tussen bedrijven in de kennis van de nieuwe regels. Door minder specifieke regels moeten bedrijven zelf meer invulling geven aan hun zorgplicht, dat voor vele een zoektocht is.
De meeste bedrijven waren bewust van hun verantwoordelijkheid en bij overtredingen bereid om deze te beëindigen. In bepaalde gevallen moest daar eerst een vooraankondiging last onder dwangsom (VLOD) voor worden verstuurd. In 80% van de gevallen werd het opleggen van een last onder dwangsom (LOD) voorkomen.
Bodem
Met de Omgevingswet is bodemtoezicht complexer geworden, onder andere door informatie- en meldplichten. Toezichtsbezoeken kostten meer tijd en vroegen meer kennis, dat vraagt om een grotere opleidingsbehoefte. Daarnaast was een wisselend beeld te zien in de kennis van betrokken adviesbureaus. Veel voorkomende overtredingen waren: het niet melden van alle activiteiten, incompleetheid van juiste onderzoeksgegevens, en niet gemelde ongewone voorvallen bij het chemiepark.
Toezicht asbest
In de asbestverwijdersingsbranche zijn bedrijven goed op de hoogte van de Omgevingswet en het werken met het DSO, vooral bij medewerkers die aan de voorkant het voorbereidende werk doen. Uitvoerend personeel op locatie bleek veelal minder goed op de hoogte. De bereidheid was echter groot, gezien er binnen een certificeringsstelsel wordt gewerkt. Hierdoor moeten bedrijven zich aan strenge regels conformeren. Dit heeft zich geuit in een goede voorbereiding op de wetswijziging. Qua overtredingen zijn geen grote verschillen op te merken ten opzichte van vóór 2024.
Advisering
ODG adviseert de provincie over uiteenlopende zaken, bijvoorbeeld over lucht, geluid, externe veiligheid en juridisch advies. Ook voor advies gold dat er nog veel zaken betrekking hadden op oud recht. In het overgangsrecht was in veel gevallen sprake van onduidelijkheid. Dat blijkt ook uit jurisprudentie over het overgangsrecht.
De (juridische) verandering van de term 'inrichting' naar 'milieubelastende activiteit (mba)' heeft voor veel uitzoekwerk gezorgd, dat veel tijd in beslag nam.
In 2024 werd een toename in de complexiteit van vraagstukken ervaren en de juridificering van processen. Dit zorgde voor een hogere werklast. De adviseurs en juristen ervoeren een spanningsveld tussen de snelheid en kwaliteit in het te leveren werk, door onoverzichtelijkheid in inhoud en kortere wettelijke termijnen.
Verder werd er meer een beroep op (juridisch) adviseurs gedaan vanwege de sterke toename in Woo-verzoeken. Veel van deze verzoeken vragen gegevens van ODG.
Rapportages ODG
De ODG rapporteert (half)jaarlijks over de producten en diensten die zij hebben geleverd aan de provincie. Deze rapportages draaien zij uit via het VTH-systeem. In 2024 is Omnimap zowel bij de provincie als de ODG in gebruik genomen. Het systeem bleek niet goed werkbaar. Bij de provincie is het buiten gebruik gesteld. De ODG heeft in 2024 Omnimap wel heel het jaar gebruikt. Vanwege de gebreken is het via het systeem niet mogelijk gebleken om de exacte kwantitatieve gegevens te rapporteren. De geleverde producten en diensten van 2024 zijn daarom kwantitatief niet inzichtelijk.
Achterstand in de uitvoering en krapte op de arbeidsmarkt
In de voorgaande jaren ervaren dat door krapte op de arbeidsmarkt het voor ODG moeilijker is geworden personeel in te huren en nieuw personeel te werven. Naast deze krapte hebben we ons moeten voorbereiden op het werken met veranderingen die de Omgevingswet met zich mee heeft gebracht. De werkdruk is daardoor ook in 2024 hoog gebleven. ODG heeft in 2024 fors geïnvesteerd in het opleiden en ondersteunen van medewerkers om met de Omgevingswet te werken. Daarnaast is geïnvesteerd in het op orde krijgen en houden van de kwaliteitscriteria waaraan de organisatie moet voldoen.
Samen met Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUDD) en FUMO (Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing) voert ODG een arbeidsmarktcampagne om nieuwe collega's te werven. Gezien het moeilijk is om ervaren krachten te selecteren, wordt ook ingezet op junioren en zij-instromers. Nieuwe medewerkers doorlopen opleidingen en trainingen, en krijgen een 'buddy' toegewezen om goed in de organisatie te kunnen landen.
Bouwen, reclame, inritten, kappen en slopen (BRIKS)
Bij de inrichtingen waarvoor wij voor de milieutaken het bevoegd gezag zijn, voeren wij ook de VTH-taken uit voor bouwen, reclame, inritten, kappen en slopen (BRIKS). Er wordt geadviseerd over de onderdelen bouwen, brandveiligheid en de toetsing aan het bestemmingsplan, maar soms ook over uitvoeren van werk of het aanleggen van een uitrit. Naast de bijdrage aan vergunningverlening houden bouwinspecteurs toezicht op de bouw van (onderdelen) van inrichtingen. Sinds 1 juli 2023 wordt gebruik gemaakt van de expertise van de gemeente Groningen.
Seveso-inrichtingen
In de provincie Groningen is op ca. 60 bedrijven met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen de Seveso-richtlijn (voorheen Brzo) of de Regeling industriële emissies (RIE-4) van toepassing. Deze staan bekend als de majeure risicobedrijven, waar strenge veiligheidsregels gelden. De meeste Seveso-inrichtingen worden jaarlijks gecontroleerd op basis van een meerjarenplanning en risicogerichte prioritering. Met de provincies Fryslân en Drenthe hebben wij hiervoor de Noordelijke Maat voor de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving vastgesteld. In de drie noordelijke provincies voert ODG de Seveso- en milieuinspecties uit.
In 2024 zijn in de provincie Groningen volgens planning 28 Seveso-inspecties uitgevoerd. Niet alle geplande reguliere milieuinspecties bij Brzo- en RIE-4-bedrijven zijn uitgevoerd: 39 van de 45 (87%) is uitgevoerd. ODG heeft geconstateerd dat het aantal Brzo- en RIE-4-bedrijven in Noord-Nederland toeneemt, waardoor de werkdruk van toezichthouders hoger wordt.
Meerjarenactualisatieprogramma
Wij zien toe op de kwaliteit van verleende vergunningen, opdat zij actueel en handhaafbaar zijn en aansluiten bij de stand der techniek voor een goede en veilige leefomgeving. In Nederland geldt voor de bevoegde gezagen de verplichting om regelmatig na te gaan of een verleende omgevingsvergunning milieu toereikend is. Wij hanteren voor de periodieke actualisatietoetsen een richtlijn van vijf jaar. ODG voert de werkzaamheden voor ons uit. Zij heeft het Meerjarenactualisatieprogramma (MAP) opgesteld. Het MAP bevat het dynamisch overzicht van te actualiseren vergunningssituaties en uit te voeren actualisatietoetsen. Er vindt een risicogestuurde prioritering plaats voor welke vergunningen worden geactualiseerd. Voor de provincie Groningen is op peildatum 1 januari 2025 voor 43 van de 74 Seveso-inrichtingen als actueel te bestempelen (58%). Voor de reguluiere bedrijven is deze data voor 2024 niet beschikbaar.
Rapportage risico afvalstoffenbedrijven
ODG rapporteert ons twee keer per jaar over het financieel risico van de opslag van afvalstoffen bij afvalbedrijven waarvoor de provincie het bevoegd gezag is. De focus ligt op bedrijven die meer dan € 100.000 aan negatief gewaardeerd afval binnen de inrichting hebben opgeslagen. Wij hebben in 2024 de rapportages ontvangen en vertrouwelijk behandeld. De (mogelijke) financiële last voor de provincie is ingeschat en de inschatting is betrokken bij de vaststelling van de omvang van ons weerstandsvermogen.
Landelijk Afvalbeheerplan 3
In het Landelijk Afvalbeheerplan 3 (LAP3) beschrijft de doelstellingen en uitgangspunten van het landelijk afvalstoffenbeleid voor de periode 2017 tot en met 2024, met een doorkijk tot 2029. In 2020 tot en met 2024 hebben wij naar aanleiding van LAP3-vergunningen van afvalbedrijven geactualiseerd.
Piketdienst
De 24-uurs piketdienst van ODG ontvangt en behandelt acute en niet-acute burgermeldingen over (overlast) en ongewone voorvallen binnen inrichtingen. Maandelijks ontvangen wij van ODG het overzicht van de burgermeldingen en meldingen ongewone voorvallen. Klachten die het piket behandelt, worden doorgaans veroorzaakt door overlastsituaties van bedrijfsprocessen. Omwonenden hebben daarvan hinder ervaren. De meest voorkomende incidenten in 2024 hadden betrekking op: (asbest)branden, dumpingen van drugsafval, ongevallen waarbij vloeistoffen (bijv. olie, benzine, koelvloeistof, zuren) in de bodem terecht komen, en geluidsklachten.
Toezicht op energiebesparing bij grootverbruikers
Van 2017 tot 2021 is energiebesparing als project uitgevoerd door ODG. Sindsdien is het geen apart project, maar is energietoezicht onderdeel van het reguliere toezicht dat ODG uitvoert. In het hoofdlijnenakkoord van het in 2023 gevormde college van Gedeputeerde Staten is aangegeven dat erop toegezien gaat worden dat bedrijven maatregelen nemen om energie te besparen. De provinciale bedrijven zijn sinds 2018-2019 verplicht om elke vier jaar met energierapporten en uitvoeringsplannen aan te geven op welke manier zij gaan voldoen aan BBT (best beschikbare technieken). Dit is van toepassing op bedrijven, onder provinciaal toezicht, met een verbruik van meer dan 50.000 kWh elektriciteit en/of 25.000 m³ gas. Het gaat hierbij om maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder. In 2024 is door ODG toegezien op uitvoering van deze rapporten en plannen. Het Rijk heeft voor de periode 2022-2026 de SPUK-THE (Specifieke Uitkering Toezicht en Handhaving Energiebesparingsplicht) aan ODG verstrekt, zodat zij het energietoezicht kunnen vormgeven en versterken. ODG is bezig mensen te werven en op te leiden om het toezicht op energiebesparing bij bedrijven te kunnen intensiveren.
Dossiers met bestuurlijke aandacht
ODG werkt aan dossiers die op het gebied van vergunningverlening, toezicht of handhaving extra inzet vragen van ODG en de provincie. Deze dossiers zijn complex en bestuurlijk gevoelig vanwege lopende procedures, een duidelijk aanwezige hindersituatie, samenloop met gemeentelijke problematiek en een actieve omgeving. Deze dossiers worden in samenspraak met ODG nauwlettend gevolgd door de provincie. Voor 2024 betroffen dit de dossiers van de bedrijven Cosun, RWE, Nedmag, ESD, Nouryon (Akzo), Pouw en Circtec. Gedurende het jaar zijn de volgende bedrijven als bestuurlijk gevoelig aangewezen: PreZero-locatie Groningen, baggerspeciestortplaats Driebond. Daarnaast is van een aantal bedrijven de dossiers potentieel bestuurlijk gevoelig, te weten: Eska, datacentra (in het algemeen), toezicht op stikstof uitvoering Groninger aanpak stikstof (GrAS) en de mogelijke afschaling van grote gasverbruikers. Het zijn dossiers die om verschillende redenen bestuurlijke aandacht hebben.
2.1.2 Projecten
In het Integraal VTH Jaarprogramma 2024 zijn projecten opgenomen. Ze zijn in samenwerking met ODG uitgevoerd. Hieronder zijn de resultaten beschreven.
2.1.2.1 Projecten vergunningverlening, toezicht en handhaving
Aanpak Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)
In IPO-verband is afgesproken eind 2020 helder te hebben hoe de vergunnings- en emissiesituatie voor deze stoffen is. De (chemische) bedrijven hebben ons hun inventarisaties toegezonden. De specialisten Lucht en de toezichthouders van ODG hebben ze in 2020 beoordeeld en de Statenleden hebben we in 2021 schriftelijk en mondeling geïnformeerd over de aanpak van ZZS.
Voor afvalbedrijven blijkt de ZZS-inventarisatie ingewikkeld. Wij zijn hierover in IPO-verband in overleg getreden met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarop is ingestemd met een inventarisatie in twee fases. In de eerste fase wordt een dossieronderzoek uitgevoerd waarbij wordt gekeken in welke afvalstromen ZZS voor kunnen komen en of de betreffende ZZS in de lucht of het water kunnen komen. De meeste afvalbedrijven hebben deze fase afgerond. Op basis daarvan besluiten wij of een tweede fase nodig is waarin de emissie naar de lucht en de waterlozingen moet worden beschouwd. In IPO-verband is afgesproken omgevingsdiensten opdracht te geven in 2025 een algemene uitvraag te doen naar Vermijdings -en Reductieprogramma's (VRP's) bij afvalbedrijven. Het uitvragen en beoordelen van deze VRP's vergt extra capaciteit van ODG. Hiermee is rekening gehouden in het Plan van Aanpak motie M061. Vergroten capaciteit milieuzaken qua financiering.
Circulaire economie
In 2022 is voor vijftien Groningse bedrijventerreinen de circulaire potentie van grondstoffen en materialen die nu nog als ‘afval’ worden afgevoerd, onderzocht. De onderzoeksresultaten zijn openbaar gemaakt via de website Circulair.Biz. Het onderzoek draagt bij aan de ambities om de circulaire transitie in de Groningse economie te versnellen en het uitwisselen van grondstoffen tussen bedrijven te bevorderen. Het is namelijk een landelijk doel om in Nederland in 2050 een 100% circulaire economie te hebben, en om in 2030 het primaire grondstoffengebruik (mineralen, metalen en fossiel) met 50% te verminderen. Om die doelstelling te behalen, is er nog een flinke weg te gaan, zo blijkt bijvoorbeeld uit de tweejaarlijkse voortgangsrapportage van het PBL (ICER 2021).
De circulaire transitie binnen het bedrijfsleven laat zich op provinciaal niveau niet makkelijk sturen. Wet- en regelgeving voor bedrijven wordt vaak op Europees of nationaal niveau gemaakt. Op regionaal niveau is het des te belangrijker om verbinding te zoeken met degenen die daadwerkelijk de stap naar circulariteit moeten zetten en gericht te kijken hoe zij gefaciliteerd en gestimuleerd kunnen worden. Eind 2022 is Stec/Neweconomy gevraagd een inventarisatie uit te voeren onder de bedrijven en gemeenten om te peilen hoe de provincie hun het beste kan faciliteren en stimuleren. Hierbij is een website Circulair.Biz ontwikkeld. Deze is in 2023, aan de hand van LMA-gegevens, geactualiseerd. Met de resultaten van de inventarisatie kunnen wij het beleid en de uitvoering verder vormgeven. Dit project heeft in 2024 een vervolg gekregen en is opdracht verleend aan Circulair Groningen Drenthe om op een aantal bedrijfsterreinen in Groningen vervolgstappen te zetten.
Afvalmonitoring
De provincie werkt in 2024 aan het opzetten van afvalmonitoring. Het streven is om een actueel en on demand overzicht van de soort, hoeveelheid verwerkingsmogelijkheden, mogelijke milieubelasting (incl. aanwezigheid ZZS) en waarde van secundaire grondstof per bedrijf in Groningen te verkrijgen. Hiervoor heeft Geofluxus een afvalmonitoringssysteem opgezet waarmee aan de hand van LMA-data de verschillende afvalstromen in onze provincie zijn te monitoren. Dit krijgt in 2025 een vervolg.
Financiële zekerheidstelling Seveso-inrichtingen en afvalverwerkende mba's
In 2023 heeft de Bestuurlijke Adviescommissie (BAC) Leefomgeving van het IPO de handreiking en beleidsregels financiële zekerheidstelling vastgesteld. De provincie Groningen heeft hiervoor beleid en de beleidsregels vastgesteld in haar Milieuprogramma. In 2024-2025 wordt een pilot uitgevoerd om ervaring op te doen met de inzet van dit beleid en de handreiking om meer inzicht te krijgen in de juridische, financiële, organisatorische gevolgen van financiële zekerheid. Dit inzicht vormt de input voor eventuele beleidswijzigingen.
Sinds 1 januari 2024 is hard gewerkt om uitvoering te geven aan het instrument financiële zekerheidsstelling. Op basis van de criteria uit de beleidsregel die de provincie heeft vastgesteld zijn vier pilotbedrijven geselecteerd: één Seveso-bedrijf en drie afvalbedrijven. Conform de landelijk voorgeschreven methodiek is voor deze pilotbedrijven de hoogte van het bedrag berekend waarvoor financiële zekerheid moet worden gesteld. Met één Seveso-bedrijf zijn vervolgens de gesprekken gestart over de vorm waarin deze zekerheid gesteld kan worden. De financiële zekerheidsstelling zal worden vastgelegd in een ambtshalve wijziging van de vergunning van het bedrijf.
Met betrekking tot de afvalbedrijven is het beeld op basis van de eerste ervaringen dat het stellen van financiële zekerheid complexer zal zijn dan voor Seveso/RIE4-bedrijven. Dit signaal is gedeeld in de tussenevaluatie die door het IPO is opgesteld en in het Bestuurlijk Omgevingsberaad wordt besproken. De verwachting is dat er in 2025 verdere stappen kunnen worden gezet in het stellen van financiële zekerheid bij afvalbedrijven.
Verkenning herijking onderzoek zware metalen Eems-Dollard en meetnet Oosterhorn
In het kader van het gebiedsgerichte milieubeleid in de Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl is onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit rondom Oosterhorn en de bijdrage van bedrijven aan de totaalbelasting van zware metalen op het Eems-Dollardgebied. ODG is gezien haar rol bij de oorspronkelijke onderzoeken een belangrijke kennispartner als het gaat om continuïteit en inhoudelijke advisering ten aanzien van eventueel voortzetten/herijken van deze onderzoeken.
Emissiepuntenregistratiesysteem
De provincie heeft opdracht gegeven voor de ontwikkeling van een emissiepuntenregistratiesysteem (EPRS) met als doel “een altijd actueel overzicht van geldende wet- en regelgeving per emissiepunt” te realiseren. Zowel gegevensinput als inhoudelijk advies van ODG zijn van groot belang voor het slagen van het project. Het bureau Tauw heeft een plan van aanpak opgesteld voor het EPRS. In 2025 wordt overgegaan tot implementatie.
Noordelijk Overleg Afvalcontroles (NOA-controles)
NOA-controles zijn thematische integrale transportcontroles milieu. De controles worden jaarlijks uitgevoerd in de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe. De deelnemende overheden (politie, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), NVWA, Douane, ODG, RUDD en FUMO) bepalen vooraf welke transporten en welke transportbedrijven interessant zijn om te controleren. Er zijn geen data voor 2024.
Externe veiligheid
In 2024 heeft ODG een kennisbijeenkomst voor RO- en milieumedewerkers van gemeenten verzorgd. Daarnaast zijn de aandachtsgebieden van Seveso- en RIE-4 bedrijven berekend en in het
Register Externe Veiligheidsrisico's (REV) opgenomen. Ook zijn een deel van de propaantanks
geïnventariseerd en in het REV opgenomen.
2.1.2.2 Overige projecten
Input milieubeleid/afstemming beleid en uitvoering
Milieubeleid omvat verscheidene thema's en onderwerpen. Inhoudelijk is er in 2024 op ad-hoc-basis en op enkele onderwerpen enige afstemming geweest tussen ODG en de provincie over de doorwerking van beleid naar uitvoering en vice versa.
Project data en monitoring
Naast de reguliere uitvraag van gegevens inzake de monitoring van de provinciale beleidseffectiviteit, zullen er ook nieuwe indicatoren worden gevormd. ODG beschikt normaliter over veel milieu-informatie die kan worden ingezet om nieuw beleid te vormen of bestaand beleid aan te scherpen. Echter is dit niet beschikbaar voor 2024 in verband met de situatie rondom het VTH-systeem.
Gemeenschappelijke monitoring (opkomende) stoffen in het grondwater provincie Groningen
Monitoring van de grondwaterkwaliteit is van belang om eventuele risico’s nu en op termijn uit te sluiten. Door de traagheid van het grondwatersysteem kunnen deze risico’s zich op de lange(re) termijn manifesteren en leiden brongerichte maatregelen pas op de lange(re) termijn tot resultaat. Een tijdige signalering van ongewenste kwaliteitsontwikkelingen is essentieel om de achteruitgang van de grondwaterkwaliteit te keren.
Hinderapp
Wij willen met innovatieve middelen de informatieverstrekking aan de Groningers over hinder en milieu vergroten en versnellen. Wij hebben hiervoor de Hinderapp ontwikkeld. Via de Hinderapp kunnen inwoners klachten indienen in verband met ervaren geluids- of geuroverlast. Het gebruik van de Hinderapp staat open voor inwoners van aangesloten gemeenten. Na de start in 2022 zijn in 2023 inmiddels meerdere gemeenten aangesloten.
De provincie is aanjager van de Hinderapp en tracht ook resterende gemeenten tot aansluiting te bewegen, om daarmee het gebruik van de Hinderapp voor alle inwoners van de provincie beschikbaar te maken. Klachten uit de Hinderapp worden door de Omgevingsdienst ontvangen en behandeld. De Hinderapp biedt ook de mogelijkheid om laagdrempelig meldingen te doen. Meldingen kennen geen opvolging en zijn daarom aan de bevoegde gezagen geadresseerd en niet aan de Omgevingsdienst. Deze meldingen zijn vooral gericht op het inzichtelijk krijgen welke problematieken waar spelen en wat de bewoners aan hinder ervaren. Gemeenten kunnen deze informatie gebruiken voor de uitvoering van hun milieutaken.
Sinds kort biedt de Hinderapp voor alle bewoners van de provincie ook de mogelijkheid om overlast van houtrook te melden. Ook is het burgerparticipatieproject van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) aan de kaart toegevoegd zodat iedereen kan zien hoe de luchtkwaliteit op het gebied van fijnstof in hun omgeving is. Deze metingen worden door de inwoners zelf verricht met eenvoudige meters. Daarom ook heeft de provincie opdracht gegeven om een nauwkeurig meetstation extra te laten plaatsen om zo de fijnstofmetingen te verifiëren en te verfijnen. Deze zal in de loop van 2025 worden geplaatst en wordt dan opgenomen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM.
De taak van de Omgevingsdienst is beperkt tot het 'klachtendeel'. Maar het gebruiksgebied van de Hinderapp is dus uitgebreider dan alleen een medium voor het indienen van klachten en verschaft gemeenten en provincie aanvullende informatie in verband met overlastsituaties.
Omgevingswet
Voorbereiding
Na verschillende malen uitgesteld te zijn was de verwachting dat de Omgevingswet eerst op 1 juli 2023 en daarna op 1 januari 2024 in werking zou treden. Van tevoren zijn veel voorbereidingen getroffen om goed van start te gaan. In de afgelopen jaren zijn behandelprocessen voor een enkelvoudige aanvraag, een meervoudige aanvraag, een verkenning van een initiatief en een begeleiding een initiatief beschreven. In voorbereiding op de wet zijn er ketentesten uitgevoerd waarin de verschillende ketenpartners aan de hand van de procesbeschrijving samen werkten aan een casus. Wij hebben hierin een actieve rol gespeeld. Ook is onze legesverordening aangepast aan de Omgevingswet zodat het mogelijk is leges te heffen voor de milieubelastende activiteiten. We hebben haar voorbereid met andere provincies, de gemeenten, ODG en Rijkswaterstaat.
Voorafgaand aan de invoering van de wet op 1 januari 2024 hebben de meeste VTH-medewerkers trainingen over de wetgeving, het nieuwe digitale stelsel (DSO) en het werken volgens de nieuwe kerninstrumenten gevolgd. Regionaal en intern zijn informeel vergunningprocedures beschreven om aan te sluiten bij de Omgevingswet. Het Digitaal stelsel Omgevingswet DSO is ingericht met de eerste provinciale instrumenten en de daaruit voortvloeiende toepasbare regels en aanvraagformulieren.
Intrede Omgevingswet
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De uitvoering van de wet is in het eerste jaar voor het oog zonder noemenswaardige problemen verlopen. Toch weten we dat er intern en in de regio nog niet gewerkt wordt volgens de principes van de Omgevingswet en dat daardoor problemen naar de toekomst verschoven worden.
In de praktijk zien we dat er nog veel onduidelijkheden leven bij medewerkers. De meeste medewerkers, zowel intern als bij de samenwerkingspartners, blijven hun werk vaak op de oude manier uitvoeren. Ook de regionale samenwerking laat nog te wensen over.
DSO en VTH - systeem
Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) functioneert over het algemeen stabiel maar is niet compleet. Daardoor functioneert het DSO niet zoals gewenst. Vooral de functionaliteiten van het omgevingsloket - het portaal waar een initiatiefnemer een vergunningaanvraag doet - zijn complex voor burgers en bedrijven. De dienstverlening staat onder druk. Dit sentiment wordt op landelijk niveau gedeeld. De lokale overheden hebben dit herhaaldelijk bij de rijksoverheid aangekaart.
Binnen de provincie is gewerkt aan een nieuw VTH-systeem (Omnimap), dat gekoppeld is aan het DSO. Al gauw was onvoldoende vertrouwen in dit softwarepakket, waardoor hiervan in april 2024 uit gebruik is gehaald. De provincie is blijven werken met het oude systeem (SquitXO) en een aanbestedingstraject is gestart voor een nieuw VTH-systeem, dat aansluit bij de eisen van de Omgevingswet. Inmiddels is het duidelijk dat 'Mozard' het nieuwe VTH-systeem wordt. De verwachting is dat dit per 2026 in gebruik wordt genomen.
De nieuwe koppeling tussen het DSO en de provincie is ingericht en uitgebreid getest, zodat de aanvragen worden afgeleverd bij het loket VTH. Het loket VTH heeft werkafspraken opgesteld over hoe een aanvraag wordt opgepakt. Een belangrijke stap in het proces is de triage, waarin door een aantal betrokken medewerkers (verschillende disciplines) de aanvragen aan de voorkant beoordelen ('wat wordt aangevraagd?', 'zijn wij bevoegd gezag?', 'wie moet de aanvraag in behandeling nemen?'), zodat de procedures worden behandeld.
Per 1 januari 2024 zijn twee DSO-specialisten toegevoegd aan het team VTH, namelijk een regelanalist en een DSO-ketenadviseur. Beiden spelen een belangrijke rol bij het inzetten van de nieuwe Omgevingswet-instrumenten.
PFAS - bronnenonderzoek provincie Groningen
Een groep van opkomende stoffen, die recent veel aandacht krijgt is PFAS. PFAS is een vaak gebruikte hulpstof in allerlei toepassingen en heeft door het gebruik geleid tot diffuse
bodemverontreiniging én sterker verontreinigde locaties. De belangrijkste verspreidingsroutes van PFAS zijn grondverzet, emissies via de lucht en water van uit ‘primaire’ bronnen, oftewel specifieke locaties waar door (voormalige) bodembedreigende activiteiten veel PFAS in de bodem terecht is gekomen. Een deel van deze sterker verontreinigde locaties kunnen onaanvaardbare risico’s opleveren voor volksgezondheid en onze leefomgeving. Een risicogerichte aanpak is dan noodzakelijk om aanwezige risico’s te saneren tot een aanvaardbaar niveau. In 2022 en 2023 heeft historisch onderzoek plaatsgevonden waarna medio 2023 en 2024 er op een aantal locaties waar de verdenking op is gevestigd, een indicatief bodemonderzoek heeft plaatsgevonden. Op deze locaties is naar aanleiding van de resultaten geen vervolgonderzoek noodzakelijk. In 2025 wordt in samenwerking met de gemeente Groningen, een tweede groep van verdachte locaties historisch onderzocht.
2.2 Wet milieubeheer (nazorg stortplaatsen)
Op grond van de nazorgbepalingen in de Wet milieubeheer zijn wij bestuurlijk, organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de nazorg van stortplaatsen en baggerstortplaatsen, waar op of na 1 september 1996 nog afval is gestort. Dit betekent dat de provincie, vanaf het moment dat ons college de stortplaats gesloten heeft verklaard, verantwoordelijk is voor de uitvoering van maatregelen, die waarborgen dat de stortplaats geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt. Eveneens wordt de sluiting en overdracht aan de nazorgorganisatie (de provincie) voorbereid. Hieronder valt onder andere de voorbereiding van de sluitingsverklaring, beschikken instemming nazorgplan, vaststellen doelvermogen etc. Na afgifte van de sluitingsverklaring begint de feitelijke nazorg. Een deel van de dan uit te voeren taken, zetten we op de markt. Een deel blijft achter bij de provincie, zoals het toezicht op het nazorgplan en de uitvoering van de nazorgopdracht zoals afgesproken. Andere taken zijn onder andere beoordelen kwartaal- en jaarrapportages, financiële afwikkeling etc. De toezichthouder van de provincie bezoekt de stortplaatsen minimaal één keer per jaar.
In 2021 is het zonnepark op stortplaats Kloosterlaan aangelegd. Met de initiatiefnemer van het zonnepark, Solarfields (nu: Novar), is een overeenkomst opgesteld waarin onder meer is afgesproken dat de nazorg geen nadelen mag ondervinden en is een jaarlijkse vergoeding aan de nazorgorganisatie overeengekomen in verband met de meerkosten voor de nazorg. In 2021 is de aanleg van een zonthermiepark op het voormalig baggerpeciestortplaats te Dorkwerd voorbereid en in 2022 is de bouw daarvan gestart. De officiële opening van het zonthermiepark is voorzien in juni 2025.
Provinciale Staten hebben in 2021 een motie aangenomen en daarmee gevraagd naar een indicatief onderzoek naar de potentie van de realisatie van een fietsberg op een voormalige stortplaats in de provincie Groningen (M327. Wielrennen op hoger niveau). De voormalige stortplaatsen in Veendam en Usquert kwamen in 2022 als mogelijke optie naar voren. Provinciale Staten hebben daarop de motie aangenomen waarin wordt aangedrongen op een vervolgonderzoek naar de locatie met de meeste potentie. In 2024 is er voor de voormalige vuilstortlocaties in Usquert en in Veendam een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar een mogelijke fietsberg, waarbij ook in de omgeving van de beide vuilstorten een draagvlakmeting heeft plaatsgevonden.
2.3 Wet bodembescherming en het Besluit bodemkwaliteit
De provincie is verantwoordelijk voor het beperken en het zoveel mogelijk ongedaan maken van ernstige verontreinigingen in de bodem. Wij beoordelen en toetsen bodemonderzoeken en saneringsplannen bij ernstige bodemverontreiniging en stellen beschikkingen op waarmee een ernstig geval van bodemverontreiniging en de spoedeisendheid van de situatie wordt vastgesteld. Wij besluiten ook of met een saneringsplan kan worden ingestemd. Daarnaast zijn wij het bevoegd gezag voor het toetsen van meldingen voor het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen volgens het Besluit Bodemkwaliteit (Bbk) wanneer wij het Wabo-bevoegd gezag zijn voor de betreffende inrichting. Het beoordelen van deze meldingen is in opdracht gegeven aan de ODG. Zij voert namens ons de toezicht- en handhavingstaken uit met betrekking tot de Wet bodembescherming (Wbb), de bodemsaneringen en het Bbk (toepassen van licht verontreinigde grond). Het aantal bouwaanvragen en de werkzaamheden in het kader van de energietransitie zijn van invloed op de hoeveelheid werk dat in de bodem wordt verricht.
Spoedlocaties
Bodemverontreiniging van voor 1987 treffen we soms aan in de historische kernen, bij wierden, wegbermen, boezemkades en bij voormalige gasfabrieken. We veronderstellen in de provincie Groningen ca. 10.000 kleine en grote locaties met mogelijk bodemverontreiniging. Ons uitgangspunt is dat via het duurzaam beheer van de bodem, deze geschikt dient te zijn en te blijven voor het gebruik ervan. Bij ruimtelijke ontwikkelingen moet de bodemkwaliteit in overeenstemming zijn met, of worden gebracht op, het niveau ‘geschikt voor het gebruik’.
Bij de start van het Meerjarenprogramma Ondergrond en Bodem 2020-2025 was er bij 17 locaties een sanering in uitvoering. Het betreffen alle complexe langlopende saneringen, waarvan er 5 locaties door de veroorzaker en/of terreineigenaar worden opgepakt en 12 locaties door de provincie, omdat de veroorzaker/terreineigenaar niet in staat was om aan de verplichtingen te voldoen of verantwoordelijk was te houden. Voor alle 17 locaties zijn in deze programmaperiode 2020-2025 belangrijke stappen gezet, waarbij de verwachting is dat 3 locaties, waarvan 2 door de provincie, pas na 2030 kunnen worden afgerond. De overige 14, waarvan 10 door de provincie, zullen de komende programmaperiode 2026-2030 worden afgerond.
Onder de Omgevingswet, blijven wij het bevoegd gezag voor deze 17 saneringen.
Asbest
De Eerste Kamer heeft op 4 juni 2019 het wetsvoorstel 'Asbestdakenverbod' van het kabinet verworpen. Ook het uitstel van het verbod naar 2028 is verworpen. Sinds 2019 is daardoor een terugloop in het aantal meldingen van asbest te zien. In 2020 zijn wij gestart met een asbestinventarisatie (asbest op daken). In de inventarisatie is onderscheid gemaakt in het asbest op daken bij woningen, van landbouwstallen en industriegebouwen. De totale hoeveelheid asbest op daken is per gemeente geïnventariseerd. De inventarisatie is in 2021 voltooid. De resultaten zijn opgenomen in de Staat van Groningen. De website toont ze sinds begin 2022. In 2023 is naar aanleiding van het Hoofdlijnenakkoord (Veur Mekoar) waarin asbest een aantal keren wordt genoemd, gekeken naar koppelkansen met lopende projecten waarbij asbest annex is. In 2024 is er een project starten Verduurzaming agrarische daken in combinatie met asbest en is de subsidieverordening Groot onderhoud en Restauratie van Rijksmonumenten Groningen (GRRG)uitgebreid met asbest.
2.4 Waterwet
De provincie Groningen beheert het diepe grondwater en de Waterschappen beheren het ondiepe water. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is het uitgangspunt voor ons grondwaterbeheer. Wij hebben beheerregels opgenomen in de Provinciale Omgevingsverordening. Ter bescherming van het grondwater zijn provinciale vergunningen vereist voor:
- Grondwaterwinningen die meer dan 150.000 m3/jaar onttrekken (industrie ten behoeve van koel en proceswater);
- Grondwaterwinning ten behoeve van drinkwater (drinkwatervoorzieningen);
- Bodem-energiesystemen (onttrekken en filteren van grondwater ten behoeve van Warmte- en Koudeopslag (WKO);
- Gesloten bodem-energiesystemen die in een provinciale inrichting geplaatst worden.
Voor de Omgevingswet zijn wij bevoegd voor de volgende activiteiten: wateronttrekkingen ten behoeve van van de openbare drinkwatervoorziening en industrie die meer dan 150.000 m3per jaar onttrekken, het aanleggen van open bodemenergiesystemen en milieubelastende activiteiten in grondwaterbeschermingsgebieden zoals aangewezen in de Omgevingsverordening. Onze toezichthouder controleert de naleving van de vergunningen. Hij heeft hiertoe in 2024 40 administratieve controles uitgevoerd. Wij houden ook toezicht op de aangewezen beschermingsgebieden: de grondwaterbeschermingsgebieden, waterwingebieden en gebieden met een verbod op fysische bodemaantasting/boringvrije zones. Onze toezichthouder heeft 5 grondwaterbeschermingsgebieden bezocht. In deze gebieden geldt voor een aantal (milieubelastende)activiteiten een verbod. Een voorbeeld is het verbod op graven dieper dan drie meter. Hiervoor moet een vergunning worden aangevraagd. Wij hebben in 2024 2 ontheffingen verleend.
2.5 Vuurwerkbesluit
Regels voor vuurwerk(evenementen) vallen onder het Vuurwerkbesluit. Het doel van dit besluit is de bescherming van mens en milieu tegen de negatieve effecten van het opslaan, bewerken en afsteken van vuurwerk. Het gaat in dit verband om zowel inrichtingen waar vuurwerk wordt opgeslagen, als om vuurwerkevenementen of -voorstellingen waarbij bedrijfsmatig vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht. In 2024 waren er in totaal 31 bedrijfsmatige vuurwerkontbrandingen.
Coördinatie
Met het Vuurwerkbesluit en de Wabo hebben de provincies specialistische taken in de uitvoering van de regels voor vuurwerk gekregen. Zo zijn wij onder andere verantwoordelijk voor de coördinatie van het vuurwerktoezicht binnen de provincie. De provinciale vuurwerkcoördinator werkt met een vaste kern die bestaat uit medewerkers van de Veiligheidsregio Groningen (brandweer), politie-eenheid Noord-Nederland (die tevens het Openbaar Ministerie vertegenwoordigt), ODG en de provincie Groningen. Er is ook een landelijk samenwerkingsverband actief. Hieraan nemen de provinciale vuurwerkcoördinatoren, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), Landelijke Politie, Brandweer Nederland en Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) deel. Onze vuurwerkcoördinator is voorzitter van dit landelijke team.
Vuurwerkopslagen
De gemeenten zijn voor vuurwerkopslagen in onze provincie het bevoegd gezag en ODG heeft de opslagen eind 2024 gecontroleerd.
Bedrijfsmatige vuurwerkontbrandingen
Om bedrijfsmatig consumentenvuurwerk, professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik af te mogen steken dient een toepasser (een vuurwerkbedrijf met een vergunning van de Inspectie Leefomgeving en Transport) een ontbrandingstoestemming bij ons aan te vragen of een ontbranding bij ons te melden. Intern informeren wij structureel de vergunningverleners natuurbescherming (Ow) en die van de provinciale (vaar)wegen over alle vergunning- en meldingplichtige vuurwerkwerkevenementen. Extern worden door ons structureel de burgemeester, Veiligheidsregio Groningen (brandweer), politie-eenheid Noord-Nederland, Inspectie Leefomgeving en Transport, de Luchtverkeersleiding Nederland of Air Operations Control Station Nieuw Millingen en incidenteel Rijkswaterstaat en Groningen Seaports geïnformeerd.
In 2024 zijn bij ons 15 ontbrandingstoestemmingen aangevraagd, waarvan wij er 13 hebben vergund Er zijn bij ons 16 ontbrandingen gemeld waarvan 2 meldingen door het vuurwerkbedrijf voortijdig zijn ingetrokken. In totaal zijn door ons 24 bedrijfsmatige vuurwerkontbrandingen gecontroleerd.
2.6 Ontgrondingen
Onze vergunningverlening en toezicht op ontgrondingen betreft het toezicht op de zand- en kleiwinningen en het toezicht op gebieds- en infrastructuurverbetering zoals de aanleg van natuurelementen en wegen. Voor de lopende zaken, van voor de Omgevingswet, is nog sprake van wet- en regelgeving uit de Ontgrondingenwet. Voor nieuwe procedures, die in 2024 zijn begonnen, is de Omgevingswet - specifiek een ontgrondingsactiviteit - van toepassing.
Ontgrondingen t.b.v. natuurontwikkeling en infraverbetering (klein en groot)
Er is sprake van een ontgronding als door werkzaamheden de hoogteligging van een terrein (tijdelijk) veranderd. Afhankelijk van het doel en de omvang van de ontgronding kan sprake zijn van vergunningplicht. Wij regisseren vergunningplichtige ontgrondingen met een vergunningensysteem op grond van de Ontgrondingenwet c.q. Omgevingswet en op grond van de provinciale Omgevingsverordening. Het toezicht richt zich op de naleving van de voorschriften. In 2024 zijn meerdere projectlocaties geïnspecteerd.
Zandwinningen
De complexiteit van de problematiek bij zandwinningen en kleiwinningen neemt toe. Enerzijds vanwege het meervoudig gebruik (winning, natuur en recreatie), anderzijds worden grote ingrepen in de omgeving steeds kritischer door de omgeving beoordeeld. Wij hebben ervoor gekozen om het toezicht op de zandwinningslocaties projectmatig op te pakken en prioriteit te geven. In 2024 zijn meerdere inspecties uitgevoerd bij 5 zandwinningen en 2 kleiwinningen.
Illegale activiteiten
Wij hebben de toezichthoudende taak wanneer activiteiten worden uitgevoerd zonder de daarvoor benodigde vergunningen. Voor deze 'illegale activiteiten en vrijevelddelicten' zijn vanuit de groene, grijze en blauwe wet- en regelgeving buitengewone opsporingsambtenaren ingezet. Hun bijdrage maakt de strafrechtelijke aanpak adequater. Bestuursrechtelijke handhaving wordt daarbij alleen toegepast om de overtreding ongedaan te maken. In 2024 waren er geen overtredingen waartegen wij bestuursrechtelijk handhavend hebben opgetreden.
2.7 Omgevingswet (onderdeel Natuur)
Algemeen
Ons natuurbeleid voeren we uit met meerdere instrumenten, waaronder vergunningverlening, toestemmingsbesluiten en toezicht en handhaving. Om planten- en diersoorten zoveel mogelijk te beschermen verlenen wij vergunningen/toestemmingsbesluiten en/of ontheffingen voor activiteiten. Met toezicht en handhaving beogen we het naleefgedrag te bevorderen.
We constateren dat ons natuurbeleid en de uitvoering van de VTH-taken beter op elkaar aan kunnen sluiten, om zodoende de beleidscyclus sluitend te krijgen. Concreet betekent dit dat enerzijds onze beleidsdocumenten concrete(re) doelen voor de VTH-taken dienen te bevatten en anderzijds er op een meer gestructureerde wijze vanuit de uitvoering aan beleidsmakers dient te worden teruggekoppeld. Op die manier kunnen wij ons beleid of de uitvoering waar nodig aanpassen, om de natuurdoelen te bereiken Hiervoor wordt een nieuwe uitvoerings- en handhavingsstrategie voor alle 'thuistaken’ van de provincie opgesteld.
Soortenbescherming
Wij beschermen de leefgebieden van beschermde diersoorten. Menselijke activiteiten (zoals bouwen, slopen en bedrijvigheid) kunnen de leefgebieden verstoren. Ook in 2024 blijft de toenemende druk op de natuurgebieden zichtbaar. Dit uit zich in een grotere recreatiedruk, waarbij de bezoekers zich niet altijd houden aan de toegangsregels van de natuurgebieden, zoals aanlijnplicht voor honden en zich buiten wegen en paden begeven. Maar ook in diverse vormen van overlast en criminaliteit, variërend van wild crossen, stroperij tot het dumpen van afval.
Wij constateren ook dat evenementen tot verstoring van soorten kunnen leiden. De samenleving is zich daar meer bewust van geworden, wat zich uit in bezwaarprocedures tegen evenementen. Om bij gemeenten en organisatoren meer aandacht te krijgen voor het aspect natuur bij evenementen is gestart met het uitwerken van een handreiking voor evenementen. Door een gebrek aan (beleids)capaciteit is er in 2024 geen concreet vervolg gegeven aan de handreiking.
Natura 2000-gebieden en stikstof
Natura 2000-gebieden
In 2024 zijn er geen vergunningen verleent voor Natura 2000-activiteiten.
Stikstof PAS-melders
In december 2024 zijn er 11 agrarische ondernemingen bezocht in verband met PAS-meldingen. (Het merendeel hiervan zijn PAS-melders.) De huidige situatie werd hierbij in kaart gebracht en er werden erg nuttige gesprekken aangegaan over de (on)mogelijkheden. Deze gesprekken worden voortgezet in 2025. Van de 140 PAS-melders wachten er nu nog 140 op een natuurvergunning.
Stikstof wet- en regelgeving
De regelgeving omtrent intern salderen is op 18 december 2024 dermate veranderd. Onder andere intern salderen werd vergunningplichtig gesteld, dit was al het geval voor extern salderen. De vergunningplicht werd met terugwerkende kracht ingevoerd. Activiteiten die werden gerealiseerd tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 met behulp van intern salderen hebben hierdoor alsnog een natuurvergunning nodig. Kanttekening is wel dat intern salderen net als extern salderen moet voldoen aan het additionaliteitsvereiste.
Het additionaliteitsvereiste betekent dat de stikstofruimte van een gestopte of ingeperkte activiteit alleen mag worden benut, als kan worden aangetoond dat deze stikstofruimte niet nodig is om de natuur te ontlasten. Het aantonen hiervan is niet mogelijk, omdat de meeste stikstofgevoelige N2000-gebieden (zwaar) overbelast zijn met stikstof en overtuigende maatregelen om de natuur te ontlasten vooralsnog onvoldoende zijn genomen.
De emissie van het totale ‘nieuwe’ project (ondanks dat het een kleine wijziging is) zal in kaart gebracht moeten worden en beoordeeld moeten worden in AERIUS (een 'rekenmachine' die de stikstofdepositiebijdrage van een plan of project inzichtelijk kan maken). Als deze een depositie karteert op kwetsbare natuur dan is de onderneming illegaal zonder natuurvergunning.
Als een bedrijf een natuurvergunning heeft waarbij een bepaalde hoeveelheid depositie is gekarteerd op kwetsbare natuur en deze gaat halveren, dan valt dit onder intern salderen. Het bedrijf was voor intern salderen legaal en na intern salderen is het bedrijf illegaal geworden, ondanks de afname in depositie.
Bij het verlenen van een natuurvergunning mag de referentiesituatie niet meer meegenomen worden en er moet onderbouwd worden dat de nieuwe totale depositie geen invloed heeft op de kwetsbare natuur. Om vergunningverlening weer mogelijk te maken is er een maatregelenpakket nodig, waarbij de kwetsbare natuur wordt verbeterd.
Vanuit de provincie werden er 40 positieve weigeringen afgegeven in de periode 1 januari 2020 tot 1 januari2025, dit was als een bedrijf kon intern salderen. Van de weigeringen werden er 38 voor landbouw afgegeven en 2 voor industrie. Tevens zijn er nog 30 lopende aanvragen op basis van intern salderen en 18 PAS-melders die intern willen salderen.
Deze weigeringen moeten voor 1 januari 2030 omgezet worden in een natuurvergunning, dit is op dit moment niet mogelijk. Naast de bekende positieve weigeringen zijn er veel bedrijven die intern hebben gesaldeerd en ook een natuurvergunning nodig hebben om niet illegaal te zijn, maar waar wij geen zicht op hebben. Wij zijn op dit moment bezig om een beeld te krijgen van hoeveel bedrijven dit betreft.
Naar aanleiding van handhavingsverzoeken zijn er 6 controles uitgevoerd.
Samenwerking
Samen met partners (onder andere terrein beherende organisaties (tbo's), Hengelsportfederatie, gemeenten en politie) zetten we ons in voor het behoud en de ontwikkeling van de Natura2000-gebieden, zoals vastgesteld in de beheerplannen en andere waardevolle natuurgebieden (Natuurnetwerk Nederland). Om het natuurtoezicht te versterken is, mede door de toenemende druk op de natuur, aan de tbo's een tijdelijk subsidie verstrekt. In 2023 en 2024 hebben we samen met de partners onderzocht hoe de samenwerking structureel kan worden versterkt. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een ambtelijk voorstel voor samenwerking. De daarvoor benodigde financiële middelen zijn bij de perspectiefnota 2025 door de Provinciale Staten structureel beschikbaar gesteld. Dit betekent dat de huidige boa-capaciteit bij de tbo's behouden blijft. Daarnaast hebben wij de eigen boa-capaciteit structureel uitgebreid met 1 fte, onder andere om de terrein beherende organisaties te ondersteunen bij het natuurtoezicht.
In 2024 zijn aan de hand van de handhavingskalender gezamenlijke handhavingsacties uitgevoerd, onder andere in het Lauwersmeergebied, Zuidlaarmeergebied en de gemeenten Westerkwartier en Westerwolde. Ook zijn gezamenlijke controles uitgevoerd op volières, recreatievaart, jacht en visserij.
Houtopstanden
Het toezicht op houtopstanden richt zich op de controle van de herplantplicht. We zoeken in uitvoering en beleid de samenwerking met de gemeenten. Zo hebben wij in 2024 de structurele overleggen met de gemeente Westerkwartier over de handhaving op illegaal gevelde houtopstanden gecontinueerd. Samen met de gemeente is gewerkt aan de actualisatie van het beleid voor de landschappelijk waardevolle houtsingels (Houtsingelhoofdstructuur).
Versterkingsopgave
In 2024 is het toezicht op de generieke ontheffing in het kader van de versterkingsoperatie in het aardbevingsgebied voortgezet. De afspraken met de Nationaal Coördinator Groningen uit de voorgaande jaren zijn ook in 2024 toegepast.
Strafrecht
Strafrechtelijk zijn onder andere de volgende zaken door de boa's opgepakt: loslopende honden, illegale velling, afvaldumping, visstroperij, opzettelijk doden van dieren, vernielen van nesten en het belemmeren of beledigen van een ambtenaar in functie.
2.8 Zwemmen en baden
Wij hebben de taak om toezicht te houden op badinrichtingen en zwemgelegenheden. In Groningen zijn ruim 80 zwembaden aanwezig. Wij wijzen ook jaarlijks de zwemwateren in oppervlaktewater aan. In 2024hebben wij 49 locaties aangewezen. De waterschappen of Rijkswaterstaat controleren de waterkwaliteit en rapporteren ons daarover. Wij kunnen een zwemverbod of een negatief zwemadvies instellen. In 2023 is voor 19 locaties een of meerdere waarschuwingen en voor 5 locaties een negatief zwemadvies afgegeven.
Locaties met badwaterbassin(s)
Veel inrichtingen waren voor een bepaalde tijd gesloten. In 2024 hebben wij 63 (administratieve) inspecties uitgevoerd; 7 keer was er aanleiding voor een (administratieve) hercontrole.
In totaal zijn er 18 handhavingsbrieven verstuurd. Er zijn minder handhavingsbrieven verstuurd omdat er sprake was van een overgangsjaar. Daarnaast zijn er 8 locaties op eigen initiatief gesloten. Dit is bovengemiddeld. Het is een combinatie van de gevolgen van de coronasluiting, geen personeel, nieuwe wetgeving en de extra kosten die dit met zich meebrengt, de prijzen van gas, water en licht. Er zijn 2 nieuwe zwembaden bijgekomen in 2024. Eind van jaar heeft elke locatie met badwaterbassins een brief ontvangen met een overzicht van de waterkwaliteit van 2024 en welke aandachtspunten er zijn, omdat het overgangsjaar afloopt.
Zwemlocaties
Verschillende zwemlocaties hebben al enkele jaren last van blauwalg, zwemmersjeuk of zijn qua veiligheid matig. Er zijn 47 locaties geïnspecteerd. In 2024 heeft onze toezichthouder de locaties 60 keer bezocht. In het hoogseizoen zijn drukke zwemplassen meermaals bezocht.
2.9 Wet luchtvaart
Provincies zijn verantwoordelijk voor de verplichtingen van de Wet luchtvaart voor luchthavens van regionaal belang. Doel is enerzijds de exploitatie van regionale luchthavens toe te staan en anderzijds de ruimtelijke ordening rondom het luchthaventerrein te reguleren en de veiligheidsrisico’s, geluidhinder, luchtvervuiling en verstoring van natuur te beperken en te beheersen. Door deelname aan de Interprovinciale Contactgroep Luchtvaart bereiken we regionale en landelijke afstemming over wetgeving, beleid(ontwikkeling) en delen we kennis.
Vergunningen
Voor luchthavens van regionaal belang moet een Luchthavenbesluit (LHB) óf een Luchthavenregeling (LHR) worden vastgesteld. Het LHB en de LHR bevatten voorschriften. Wij hebben daar in 2023 geen toezicht op gehouden. In 2023 hebben wij geen Luchthavenbesluiten of -regelingen vastgesteld. In 2023 is overleg om te komen tot een LHB voor het helidek op het UMCG opgestart en heeft het UMCG daarvoor benodigde gegevens aangeleverd. In 2024 is het ontwerp-LHB vastgesteld en is gewerkt aan het definitieve LHB, met reacties op zienswijzen. In 2025 zal het definitieve LHB worden vastgesteld.
TUG Ontheffingen (tijdelijk en uitzonderlijk gebruik)
Bij de TUG-ontheffingen gaat het om starten van en landen buiten aangewezen luchthavens, bijvoorbeeld in een weiland of op een sportterrein. Veelal gaat het om helikopters. Wij registreren de aanvragen en het gebruik van de ontheffingen en monitoren daarmee waar in de provincie gevlogen wordt. Wij hebben in 2024 16 TUG-ontheffingen verleend. Wij controleren steekproefsgewijs op de naleving van de ontheffingen. Diverse drone-operators hebben aan provincies aangegeven aan de slag te willen met gebruik van drones voor transport, (land)bouw, onderhoud zendmasten en windturbines, etc. Omdat de huidige beleidsregels voor generieke TUG-ontheffingen zijn afgestemd op helikopters zijn deze te beperkend voor drones en kunnen de drone-operators hiermee geen opdrachten aannemen. Het beleid zal hiervoor moeten worden aangepast. Hoe dit het beste kan wordt interprovinciaal afgestemd.
2.10 Wegen en vaarwegen
In deze paragraaf beschrijven wij onze uitvoerings- en handhavingstaken op basis van onze bevoegdheden voor wegen en vaarwegen, in de Omgevingswet, Wegenwet, de Binnenvaartwet, de Scheepvaartverkeerswet en de Omgevingsverordening Provincie Groningen.
In 2015 is gestart met het Programmatisch werken volgens de cyclus van de 'Big Eight'. In de daaropvolgende VTH-jaarprogramma's hebben wij aangegeven hoe wij door adequate vergunningverlening, toezicht en handhaving een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen. Wij stellen de prioriteiten in toezicht en handhaving aan de hand van onze risicoanalyse. Voor de vaarwegen waren onze prioriteiten: controle op diepgang van schepen, werken op en aan de vaarweg (zoals gestuurde boringen), snelheid van de beroeps- en recreatievaart, inrichtingseisen Binnenvaartwet, op- en overslag en het afmeer- en ankerverbod.
Wegen
Onze weginspecteurs hebben in 2024 meerdere keren per week gecontroleerd of bij de aanleg van glasvezelkabels de regels van onze ontheffing worden gevolgd. De ervaring leert dat aannemers onze wegen, bermen en wegbeplanting beschadigen. De verscherpte controle blijkt noodzakelijk, want nog steeds worden afspraken niet volledig nagekomen. Aansluitend daarop voeren wij daardoor wekelijks gesprekken met aannemers en hun opdrachtgevers om onze voorwaarden duidelijk te maken.
Vaarwegen
Beroepsvaart
In het aantal beroepsvaart bewegingen zien we een lichte daling. Het vervoer van bouwmaterialen, zoals zand en grind, is minder dan voorgaande jaren.
Recreatievaart
De recreatievaart is meer gecontroleerd vanwege het ontbreken van het inspectievaartuig PW18, er is meer gevaren en gecontroleerd met de snelle speedboot PW20.
In 2024 zijn er 4 recreatievaartuigen illegaal afgemeerd en onbeheerd achtergelaten, hier is met de jurist bestuursdwang toegepast. Er worden steeds meer vaartuigen achtergelaten en verwaarloosd.
Handhaving voor Waterschap Hunze een Aa's
In het vaarseizoen, vanaf mei tot oktober, hebben we 4 dagen gecontroleerd op het Schildmeer in opdracht van het waterschap waar we een overeenkomst mee hebben.
Calamiteiten en schade aan kunstwerken
Onder calamiteiten vallen ook onze eigen storingen aan onze objecten, waardoor de bruggen niet bediend konden worden. Grote schades aan onze bruggen zijn er geweest in Wieringenschouw en Garnwerd heeft ook schade opgelopen maar minder als Wierumerschouw.
Recreatievaart op snelle motorboten en jetski's
Op sociaal media is bekend wanneer we aan het controleren zijn op bijvoorbeeld het Oldambtmeer en het Zuidlaardermeer. Onze locaties zijn ook bekend in Whatsapp-groepen. Hierdoor is het lastig om overtreders aan te houden en te verbaliseren. We hebben gekeken naar de mogelijkheid naar handhaving met bijvoorbeeld een drone.
Voor het jaar 2025 gaan we ook toezicht en handhaving doen op de vaarwegen van de gemeente Groningen. Een convenant hiervoor zal voor het vaarseizoen 2025 gereedkomen en ondertekend moeten worden door de gedeputeerde.
Bijlage 1 Gerealiseerde producten en diensten
Producten en diensten ODG
Zoals in hoofdstuk 2.1.1 aangegeven, heeft ODG geen exacte data kunnen leveren voor de geleverde producten en diensten (gerealiseerde output) voor 2024. Deze data mist daarom in deze bijlage. Dat geldt in het bijzonder voor vergunningverlening, toezicht en handhaving op de thema's bouw, milieu en bodem.
Producten en diensten provincie Groningen
De producten en diensten die team VTH van de provincie Groningen heeft geleverd zijn in onderstaande tabellen inzichtelijk gemaakt.
Wet milieubeheer (stortplaatsen) | ||||||
Product | Sub-product | Geplande output in 2024 | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Niet uitgevoerde zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|
Nazorg op gesloten stortplaatsen, waar op of na 1 september 1996 nog afval is gestort en het een gesloten stortplaats betreft. | Aantal locatiebezoeken | 7 | 7 | 0 | 0 | De gesloten stortplaatsen Kloosterlaan, Woldjerspoor, Borgerswold Dorkwerd, Usquert, Winschoterzijl, Driebond en Zuidwending zijn bezocht. |
Water | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Bescherming grondwater: vergunningen voor grondwateronttrekkingen | Aantal beschikkingen | 12 | 9 | 12 | 2 intrekkingsvergunningen, |
Bescherming drinkwater: | Aantal vergunningen | 1 | 4 | 0 | |
Bescherming grondwater: regulier toezicht vergunningen voor grondwateronttrekkingen | Aantal controles | 40 maal toezicht op onttrekkings-vergunningen/ | 40 | Administratieve controles warmte koude opslagsystemen. | |
Bescherming grondwater: Handhaafbaarheidstoetsen op | Aantal | 12 | |||
Bescherming drinkwater: | Aantal inspectierondes | 5 | 5 | Controles worden uitgevoerd bij boringen waarvoor ontheffing nodig is. |
Vuurwerkbesluit (evenementen en voorstellingen) | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Verlenen van ontbrandingstoestemmingen | Aantal verleende toestemmingen | 20 | 15 | Er zijn bij ons 15 ontbrandingstoestemmingen (waarvan 3 multiple events (Hullabaloo, DelfSail en Holiday on Ice)) aangevraagd, waarvan wij er 13 hebben vergund. | |
Ontbrandingsmeldingen | Aantal ingediende meldingen | 20 | 16 | Er zijn bij ons 16 ontbrandingen gemeld, waarvan 2 ontbrandingen nadien door de opdrachtgevers zijn ingetrokken. | |
Toezicht en handhaving | Aantal controles | 30 | 26 | De controles vinden plaats op basis van onze Risicoanalyse bedrijfsmatige vuurwerkontbrandingen. Er zijn 3 vergunningsplichtige ontbrandingen vanwege weersomstandigheden verplaatst naar een latere datum in 2025. |
Ontgrondingenwet | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Toezicht en handhaving zandwinningen | Aantal inspecties bij zandwinningen | 10 | 10 | 0 | Dit betreffen de bezoeken aan de grotere winningen. |
Toezicht en handhaving overige projectgebonden ontgrondingen | Aantal bezoeken | 5 | 5 | 0 |
Omgevingswet (onderdeel natuur) | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Vergunningverlening soortenbescherming | Aantal verleende vergunningen | - | 101 | De verleende vergunningen hebben voornamelijk betrekking op diverse vleermuissoorten (o.a. kleine en ruige dwergvleermuis), vogelsoorten (o.a.roeken, zwaluw en merel) maar bijvoorbeeld ook op het beheer van ratten- en wasbeerhondpopulaties. | |
Vergunningverlening gebiedsbescherming | Aantal vergunning- en ontheffingsaanvragen (stikstof) | - | 26 | ||
Vergunningverlening jacht, beheer en schadebestrijding | Aantal vergunningen | - | 0 | ||
Vergunningverlening houtopstanden | Aantal aanvragen herplantplicht | - | 16 | In 2024 hebben wij 16 kapmeldingen afgehandeld, waarbij tevens een aanvraag om herplantplicht op een andere locatie is ingediend. In die gevallen wordt een maatwerkvoorschrift vastgesteld. | |
Toezicht soortenbescherming | Aantal controles soorten | - | 263 (totaal) | Het toezicht soortenbescherming vindt in hoofdzaak plaats op verleende ontheffingen en op de generieke ontheffing, die aan NCG verleend is voor de versterkingsopgave in het aardbevingsgebied. | |
Aantal behandelde (burger)meldingen | - | 22 | |||
Toezicht gebiedsbescherming | Aantal controles op bescherming van gebieden (stikstof) | - | 25 | ||
Toezicht jacht, beheer en schadebestrijding | Aantal controles jacht | - | 8 | ||
Aantal controles wadlopen | - | 9 | |||
Toezicht houtopstanden | Aantal controles op houtopstanden | - | 20 | Het grootste deel van de controles vindt plaats binnen het grondgebied van de gemeente Westerkwartier. Er wordt daarbij nauw samengewerkt met de boa van de gemeente. | |
Aantal behandelde kapmeldingen | - | 105 | |||
Handhaving | Aantal handhavingsverzoeken | - | 16 | De verzoeken zijn onder andere gedaan voor illegale bomenkap en verstorende activiteiten. | |
Aantal vooraankondigingen last onder dwangsom | - | 2 | |||
Aantal lasten onder dwangsom | - | 3 | |||
Aantal overtredingen waartegen onze boa's strafrechtelijk zijn opgetreden | - | 180 | In 2024 zijn in totaal ruim 600 controles door de boa's uitgevoerd. Zij hebben daarbij 180 keer een proces-verbaal opgemaakt en 128 waarschuwingen gegeven. Daarnaast zijn bij vijf overtredingen zaken in beslag genomen, zoals niet-toegestaan vistuig of gestolen hout. |
Omgevingswet (onderdeel zwemmen en baden (Besluit activiteiten leefomgeving - hoofdstuk 15 (Bal H15)) | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Aanwijzing zwemwateren | Aantal nieuwe aanwijzingen | 49 | 49 | 0 | Wij kunnen een zwemverbod of een negatief zwemadvies instellen. |
Regulier toezicht op badinrichtingen | Aantal controles | 67 | 63 inspecties | 0 | 8 locaties zijn op eigen initiatief gesloten. Oorzaken zijn nasleep corona, hogere kosten gas/elektra, huur, nieuwe eisen uit het Bal H15. Een aantal locaties kan niet aan de nieuwe parameters voldoen. |
Regulier toezicht op zwemwaterkwaliteit | Aantal beoordeelde jaartoetsen zwemwaterkwaliteit | 82 | 83 | 0 | |
Regulier toezicht op zwemlocaties | Aantal bezochte locaties | 49 | 60 | 0 | 49 locaties zijn geïnspecteerd, 63 bezocht. In het hoogseizoen zijn drukke zwemplassen meermaals bezocht. |
Wet luchtvaart (Wlv) | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Luchthavenbesluit (LHB) | Aantal besluiten | - | - | Er is in 2022 met de exploitant van de heliport Eemshaven overleg gevoerd over gewenste aanpassingen van het LHB in verband met de wens ook in de nacht te vliegen, een oefentoren op te richten en de vliegroutes (beperkt) aan te passen. Vanwege belemmeringen vanuit de Wet natuurbescherming (ministerie van LNV is bevoegd gezag) is dit nog niet verder gekomen dan voorbereidende gesprekken. | |
Luchthavenregeling (LHR) | Aantal regelingen | 1 | - | Van het Martini Ziekenhuis is over de wens om voor de helikopter start- en landingsplaats een LHR vast te stellen niets meer vernomen. We gaan er hierdoor van uit dat deze wens niet meer speelt. | |
TUG-ontheffing | Aantal ontheffingen | - | 16 | Er zijn 6 generieke en 10 locatiegebonden TUG-ontheffingen verleend. | |
Toezicht luchthavens, luchthavenrapportages en TUG-ontheffingen | Aantal controles | 5 | 1 |
Nautisch beheer vaarwegen | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Beroepsvaart | Aantal controles | 300 | 490 | Dit zijn ligplaatsen - diepgang van schepen - dragen reddingsvesten. | |
Binnenvaartwet | Aantal controles | 65 | 54 | Totaal opgemaakt 5 boeterapporten o.a. voor geen geldig Certificaat van Onderzoek - Niet invullen van vaartijdenboek. | |
Overig | Aantal controles | 20 | 28 | Hieronder vallen meldingen die van andere vaarwegen en vaarweggebruikers bij ons zijn binnengekomen en via de front office. | |
Recreatievaart | Aantal controles | 275 | 329 | Ligplaatsen recreatievaart, plaats op de vaarweg, verlichting | |
Regelen en begeleiden | Aantal controles | 20 | 45 | Begeleiden fysiek tijdens transporten | |
Snelle motorboten | Aantal controles | 85 | 138 | In totaal 86 processen-verbaal op snelheid en vaarbewijzen en inrichtingseisen | |
Vaarweg | Aantal controles | 225 | 137 | Scheepvaartberichten - Obstakels in de vaarweg - Verlichting kunstwerken | |
Vergunningen en ontheffingen | Aantal controles | 100 | 155 | 75 procent van de vergunningen - ontheffingen is in orde. 3 werkzaamheden die stilgelegd zijn in 2024. |
Vaarwegen Omgevingsverordening | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Toezicht op de aanleg van Kabels en leidingen | Aantal controles | 1 keer in de twee weken per vaarweg | 1 keer in de twee weken per vaarweg | Gestuurde boringen kunnen schade aan de vaarweg toe brengen en het kan leiden tot schade aan de bak. Er moet bekeken worden of een gestuurde boring voldoet aan bepaalde berekeningen ter voorkoming van schade aan de vaarweg. | |
Toezicht op de instandhouding van de vaarweg | Aantal controles | 1 keer in de twee weken per vaarweg | 1 keer in de twee weken per vaarweg | Door werkzaamheden kan de vaarweg gewijzigd of beschadigd worden. Dit kan de doorvaart belemmeren. |
Wegen Omgevingsverordening | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|
Toezicht op de aanleg van Kabels en leidingen | Aantal controles | 2 keer per week per weg | 2 keer per week per weg | Voor wat betreft toezicht hebben wij geen cijfers, de weginspecteurs bekijken elke ochtend waar verkeersmaatregelen worden getroffen, waar een ontheffing voor is afgegeven en wat hun mailbox voor werkvoorraad aanbiedt. | |
Toezicht en handhaving | Aantal controles | 2 keer per week per weg | 2 keer per week per weg | Voor wat betreft toezicht hebben wij geen cijfers, de weginspecteurs bekijken elke ochtend waar verkeersmaatregelen worden getroffen, waar een ontheffing voor is afgegeven en wat hun mailbox voor werkvoorraad aanbiedt. | |
Toezicht en handhaving | Aantal controles | 2 keer per week per weg | 2 keer per week per weg | Voor wat betreft toezicht hebben wij geen cijfers, de weginspecteurs bekijken elke ochtend waar verkeersmaatregelen worden getroffen, waar een ontheffing voor is afgegeven en wat hun mailbox voor werkvoorraad aanbiedt. | |
Toezicht en handhaving | Aantal controles | 2 keer per week per weg | 2 keer per week per weg | Voor wat betreft toezicht hebben wij geen cijfers, de weginspecteurs bekijken elke ochtend waar verkeersmaatregelen worden getroffen, waar een ontheffing voor is afgegeven en wat hun mailbox voor werkvoorraad aanbiedt. | |
Vergunningen/Ontheffingen Wegen en vaarwegen | |||||
Product | Sub-product | Geplande | Gerealiseerde output in 2024 | Openstaande zaken | Toelichting |
Ontheffingen/Vergunningen | Aantal besluiten | 215 OVG | OVG = Ontheffing Omgevingsverordening provincie Groningen |