Verbonden partijen

Gemeenschappelijke regeling

Assen

Het OV-bureau, een gemeenschappelijke regeling van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen, is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer per bus in Groningen en Drenthe. Het OV-bureau Groningen-Drenthe stuurt de vervoerders aan en geeft het openbaar vervoer per bus vorm. Het is verantwoordelijk voor het beheer van de busconcessies, toekomstige aanbestedingen en, samen met de partners, de ontwikkeling van het openbaar vervoer.

Afgelopen jaar zijn ruim 24 miljoen instappers geteld in de bussen in Groningen en Drenthe: 13% meer dan in 2023. Ten opzichte van 2019 was dit nog 4% minder. De totale reizigerskilometers lagen in 2024 op ruim 250 miljoen: gemiddeld ruim 10 kilometer per rit. Op werkdagen stapten gemiddeld 80.000 reizigers in per dag: 12% meer dan in 2023 en 5% minder dan in 2019. Op zaterdag stapten gemiddeld 40.000 reizigers per dag in: 14% meer dan in 2023 en 19% meer dan in 2019. Op zondagen stapten gemiddeld 27.000 reizigers per dag in: 18% meer dan in 2023 en 28% meer dan in 2019.
Over 2024 hebben we een kostendekkendheid gehaald van 48,2%. Dit is 1,6% hoger dan is gesteld in de primaire begroting. Het verschil van 1,6% wordt veroorzaakt doordat de baten 6,8% hoger zijn dan geraamd onder meer doordat er meer reizigersopbrengsten zijn dan vooraf is ingeschat door meer reizigersaantallen en meer reizigerskilometers. De uitvoeringskosten voor het OV zijn 3,3% hoger dan begroot, oorzaken hiervoor zijn een hogere LBI (kostenindex) dan werd verwacht, maar ook door kosten van aanvullende lijnen en extra inzet voor de robuuste dienstregeling tijdens Operatie Ring Zuid. Voor 2024 en de jaren erna zijn door middel van de motie Bikker structureel middelen beschikbaar gesteld door het Rijk om het kwaliteitsniveau van het OV op peil te kunnen houden.
De reductie van de CO2-uitstoot is door de inzet van zero-emissie-bussen (ZE) en het gebruik van HVO in overige bussen groot. De indicator op het gebied van duurzaamheid is sinds 2022 uitgebreid met het aantal en percentage zero-emissie bussen van het totaal. Het streven is om na 2026 de 196 bestaande ZE-bussen aan te vullen met nog eens 148 ZE-bussen, totaal 354 van een totaal van 400 bussen, 89% van het totaal.
De doelstelling van een CO2-uitstoot van 1 gram per reizigerskilometer
(gr/rkm) voor 2024 is niet gehaald. Enerzijds wordt dit veroorzaakt door de vertraging in de levering van 70 ZE-bussen uit de businesscase ZE, anderzijds was de doelstelling ook te krap gesteld, omdat origineel ook niet alle bussen uit de businesscase ZE per 1 januari 2024 al ingestroomd zouden zijn. Het behalen van 1 gr/rkm zal naar verwachting nu in de loop van 2026 moeten worden behaald, afhankelijk van de levering van de resterende elektrische bussen. Er blijven nog circa 25 HVO-bussen rijden tot einde concessie, daarom wordt de 0 gr/rkm niet gehaald.

De beschikte bijdrage van de provincie Groningen aan het OV-bureau bedroeg in 2024 in totaal € 44,31 miljoen op een totale begroting van het OV-bureau van ruim € 167 miljoen. De overige baten van het OV-bureau betreffen de bijdragen van de provincie Drenthe en de reizigersopbrengsten (incl. de studenten OV-kaart).

Naast de busconcessies die door het OV-bureau worden beheerd, is de provincie verantwoordelijk voor het openbaar vervoer op de regionale spoorlijnen. Daarbij is de provincie systeemverantwoordelijk voor het openbaar vervoer in de provincie Groningen. Provincie Groningen heeft samen met provincie Drenthe en gemeente Groningen zitting in het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van het OV-bureau. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, behoudens een aantal zaken betreffende de begroting en de concessie welke bij unanimiteit genomen worden. De provincie Groningen is voorzitter van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.

Het minimumniveau van het weerstandsvermogen is bepaald op € 3 miljoen. Bij het opstellen van deze jaarrekening is de herziening van de notitie inzake de risico-inventarisatie nog niet uitgevoerd. Terugblikkend kunnen we vaststellen dat het weerstandsvermogen voor 2024 afdoende was om de risico’s af te vangen. Door de incidentele meevallers zijn kosten gedekt waarvan de dekking anders begroot was. Hierdoor viel ‘reguliere dekking’ vrij en hebben we tegenvallers zoals TVOV (Transitievergoeding regionale OV- concessies, afwikkeling 2023 Qbuzz) kunnen financieren.
Ten opzichte van de Begroting 2024 heeft één risico plaatsgevonden, namelijk het uitbetalen van de TVOV 2023 aan Qbuzz voor een bedrag van € 3,83 miljoen. Hiermee was voor een bedrag van € 2,6 miljoen rekening gehouden in het weerstandsvermogen. Het verschil van € 1,23 miljoen is gedekt vanuit de realisatie 2024. Daarnaast waren er in 2024 nog enkele tegenvallers. Hiervoor hoefde het OV-bureau niet het weerstandsvermogen aan te spreken, maar deze tegenvallers zijn gedekt vanuit de realisatie 2024. Voor het opstellen van de Begroting 2026 vindt er opnieuw een risico-inventarisatie plaats.
Na vaststelling van de jaarrekening 2024 op 3 april 2025 door het Algemeen Bestuur bedraagt de weerstandscapaciteit € 7,5 miljoen.