Bedrijfsvoering

Bedrijfsvoering overige aandachtspunten

De Cao 2024-2025 heeft een looptijd tot 30 juni 2025. Voor het jaar 2024 zijn de volgende afspraken van toepassing:

  1. Per 1 januari 2024 zijn de salarisbedragen nominaal verhoogd met € 25 en procentueel met 4,25%. Op 1 september 2024 heeft een nieuwe salarisverhoging van 2,5% plaatsgevonden. Het minimumloon bedraagt met ingang van 1 januari 2024 € 16 bruto per uur.
  2. Het persoonlijk budget voor duurzame inzetbaarheid (PBDI-budget) wordt per 1 januari 2024 opgehoogd met € 1.000 naar € 6.000 per 5 jaar. Het nieuwe PBDI-budget wordt dus € 6000. De huidige mogelijkheden in de cao rondom besteding van het PBDI aan (vitaliteits)uren blijven ongewijzigd. Evenals de afspraken rondom leren en ontwikkelen (opleidingen) en loopbaan en arbeidsmobiliteit Het PBDI-budget wordt ingekaderd vanwege fiscale regelgeving rondom het gebruik van het budget, waar veel vragen over waren. De categorieën Loopbaan en arbeidsmobiliteit en Leren en Ontwikkelen (niet fiscaal belast) zijn beiden minimaal 40% van het budget en de categorieën Gezonde balans werk en privé en Gezondheid en vitaliteit zijn beiden gezamenlijk maximaal 20% van het budget. Betreft het echter uitgaven voor opleidingen in het kader van de categorie Gezonde Balans werk en privé en de categorie Gezondheid dan is de inkadering niet van toepassing. Door het deel van het PBDI-budget voor de categorieën 'Gezonde balans werk & privé' en 'Gezondheid & vitaliteit' te stellen op maximaal 20%, wordt voorkomen dat een substantieel deel van het PBDI-budget opgaat aan fiscale heffingen, wat met name speelt bij aanschaf van ‘goederen’. Dubbelingen worden voorkomen (bijvoorbeeld: als je al een fietsenregeling hebt via je werkgever kun je daarvoor niet nog een keer je PBDI gebruiken).
  3. Sociale partners vinden gelijke behandeling van studenten belangrijk. Ongeacht de opleiding van de stagiair(e) bedraagt de stagevergoeding per 1 augustus 2024 € 700 bruto per maand bij een fulltime stage (40 uur per week, stage inclusief opleidingsdag). Wanneer een stagiair geen OV-kaart heeft, worden reiskosten betaald volgens de lokale reiskostenregeling. Stagevergoedingen worden vanaf de volgende cao geïndexeerd, wanneer ook de salarissen een algemene cao-wijziging ondergaan.
  4. Medewerkers die 41 jaar hebben gewerkt voor een bij het ABP aangesloten werkgever, waarvan de laatste 10 jaar in de provinciale sector, hebben tot en met 31 december 2025 recht op een Regeling Vervroegd Uittreden (RVU). Voorwaarde is dat de medewerker maximaal twee jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd zit. Als de medewerker op 31 december 2025 over maximaal twee jaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, kan de medewerker deelnemen aan de RVU als hij in 2026 en 2027 aan de voorwaarden voldoet. Voorwaarde is dat de afspraak over deelname aan de RVU uiterlijk 31 december 2025 wordt vastgelegd.

Werkkostenregeling (WKR)
In 2024 is de fiscale vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR-forfait) niet overschreden. Dat past in de lijn van de afgelopen periode. Ook in 2023 is er geen overschrijding geweest. Het restant van de fiscaal vrije ruimte bedraagt afgerond € 94.000. De fiscaal vrije ruimte is afhankelijk van de fiscale loonsom van de provincie enerzijds en de uitgaven aan de personele kosten anderzijds. Het WKR-forfait was in 2024 hoger door de stijging van de cao-lonen en een toename van het aantal medewerkers in dienst van de provincie. Het eindresultaat is dat de (80%) eindheffing over de personeelskosten in 2024 niet verschuldigd was.

Deze pagina is gebouwd op 05/23/2025 15:46:43 met de export van 05/23/2025 12:21:45