In 2024 is de inzet op het versnellen van de woningbouw voortgezet. Samen met het Rijk werken we aan het realiseren van de nationale Woon- en Bouwagenda. Daarin hebben de provincies een belangrijke rol. De grootste aantallen woningen in onze provincie worden in de Regio Groningen-Assen (RGA) gerealiseerd, maar ook de regio's Oost-Groningen en Eemsdelta kennen een woningbouwopgave. Op basis van de woondeal tussen provincie, gemeenten en Rijk is in 2024 gewerkt aan het realiseren van 28.500 woningen in de provincie Groningen tot 2030. Zo is in de Regio Groningen-Assen in 2024 woningbehoefteonderzoek opgeleverd en zullen deze onderzoeken ook in de andere regio's geïnitieerd worden. Ook is de woondeal een bouwsteen geweest voor verschillende ontwikkelperspectieven en beleidsafspraken, zoals voor de RGA en de Lelylijn, en vormt deze belangrijke input voor de nog vast te stellen nieuwe provinciale Omgevingsvisie.
Het accent van de woningbouwopgave in onze provincie ligt op de koppeling met de kwalitatieve opgave in de bestaande voorraad. Er ligt in veel buurten en wijken een herstructureringsopgave waarvoor een deel van de woningbouwopgave benut kan worden. De provincie draagt bij door het inzichtelijk maken van de woningbehoefte, het ondersteunen en monitoren van de woningbouw, het doen van verdiepend onderzoek naar vraagstukken die spelen rondom woningbouw en het versnellen daarvan, en het herijken en verrijken van de afspraken. Daarnaast speelt de provincie een rol in de huisvesting van aandachtsgroepen, het toezien op het maken van woonzorgvisies door gemeenten en het maken van afspraken over kwalitatieve aspecten van woningbouw. Volgens het in maart 2024 gepubliceerde ontwerpbesluit Versterking regie volkshuisvesting zullen de provinciale taken op het gebied van woningbouw verder worden uitgebreid. Hierbij krijgen de provincies waarschijnlijk een grotere regierol. Hoe de nieuwe wet uit gaat pakken is op dit moment nog onduidelijk.
Deltaplan voor Noordelijk Nederland
Voor goed wonen, werken en leven in onze provincie is de regionale bereikbaarheid via openbaar vervoer essentieel. Met het Deltaplan voor Noordelijk Nederland, met als doel het versterken van de brede welvaart in de regio, werken Rijk en regio aan een samenhangende visie op de toekomst van ons regionaal ov. De realisatie van de Lelylijn, de Nedersaksenlijn en een verbetering van Bestaand Spoor zijn daarin essentiële bouwstenen. In 2024 zijn de onderzoeken naar de haalbaarheid en toegevoegde waarde van de drie bouwstenen van het Deltaplan tijdig afgerond en is er een perspectief geschetst voor de toekomst van Noordelijk Nederland in 2050. Rijk en regio hebben daarna gezamenlijk vastgesteld dat de verrichte onderzoeken voldoende basis bieden om een besluit te nemen over vervolgstappen binnen het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Ook heeft het nieuwe kabinet zich positief uitgesproken over het belang van het Deltaplan en aangekondigd de Lelylijn en Nedersaksenlijn te willen realiseren.
Op basis van de uitgevoerde onderzoeken en de plannen van het kabinet was de inzet van de regio Noordelijk Nederland om tijdens het Bestuurlijk Overleg MIRT van november 2024 voor de Lelylijn en Nedersaksenlijn de zogeheten MIRT-verkenning (de volgende stap in het onderzoek) te starten. Helaas had het Rijk tot voor kort dit besluit vooralsnog niet genomen. Wel is, mede op initiatief van de gehele Tweede Kamer, afgesproken dat Rijk en regio de komende tijd gezamenlijk verder gaan werken aan een Masterplan Lelylijn. In de Voorjaarsnota 2025 heeft het Rijk besloten om de benodigde middelen beschikbaar te stellen voor de volgende stap richting realisatie van de Nedersaksenlijn. Deze middelen zijn vrijgemaakt uit het budget dat eerder gereserveerd was voor de Lelylijn. Naar verwachting wordt voor de Nedersaksenlijn binnenkort de stap naar de MIRT-verkenning gezet. Voor de Lelylijn werken we samen met het Rijk aan de uitwerking van het masterplan Lelylijn. Onderdeel daarvan is ook het zoeken naar aanvullende financiering, zodat ook voor deze spoorverbinding zo snel mogelijk vervolgstappen gezet kunnen worden.