Jaarrekening

Overzicht van baten en lasten

De jaarrekening 2024 kent een voordelig resultaat van € 21,1 miljoen ten opzichte van een sluitende begroting na de laatste wijziging en is opgebouwd uit:

  • een gerealiseerd saldo van baten en lasten van € 27,8 miljoen voordelig;
  • een storting van per saldo € 6,7 miljoen in reserves.

Zie onderstaande tabel.

Tabel 24. Resultaat

(x € 1.000)

Realisatie
2023

Primitieve begroting 2024

Begroting
2024
na wijziging

Realisatie
2024

Verschil

Totaal lasten

533.792

535.219

626.828

561.239

65.589

Totaal baten

557.131

461.187

569.926

589.006

19.079

Totaal saldo van baten en lasten

23.339

-74.033

-56.902

27.767

84.669

Stortingen in reserves

107.425

8.023

97.038

137.705

-40.668

Onttrekkingen aan reserves

120.634

84.048

153.940

131.053

-22.887

Saldo mutaties op reserves

13.210

76.025

56.902

-6.653

-63.555

Gerealiseerd resultaat

36.548

1.993

0

21.114

21.114

 
Net als afgelopen jaar hebben wij ervoor gekozen om de analyse van de verschillen tussen de begroting na de laatste wijziging en de werkelijke baten en lasten alleen op te nemen in de Programmaverantwoording (deel 2). Op deze wijze willen wij op een effectieve en efficiënte wijze, zonder onnodige 'dubbeling' aan uw Staten rapporteren. In deel 2 worden per programma de afwijkingen groter dan € 100.000 per deelprogramma toegelicht.

In onderstaande tabel hebben wij de tien grootste afwijkingen, na verrekening met reserves, opgenomen. Van het voordelig gerealiseerd resultaat van € 21,1 miljoen is 6,4 miljoen te verklaren door de tien grootste afwijkingen. De overige verschillen resulteren in een positief resultaat van € 14,7 miljoen. Voor een toelichting op de afwijkingen wordt verwezen naar de verschillenanalyse per programma in deel 2 Programmaverantwoording.

Tabel 25. De tien grootste afwijkingen (na verrekening met reserves)

(x € 1.000)

Bedrag

1.

Voorziening Investeringsfonds Groningen

-7.594

2.

Groot onderhoud en Restauratie Rijksmonumenten Groningen (GRRG)

5.955

3.

Toerekening apparaatskosten aan investeringen

2.351

4.

Stikstof/Biodiversiteit

2.102

5.

Voorziening Rodin Broadband Groningen

-1.992

6.

Schatkistbankieren

1.683

7.

Omgevingswet bouwactiviteiten

1.199

8.

Erfgoed, Ruimtelijke kwaliteit en Landschap (ERL)

1.112

9.

Rentevergoeding rekeningen-courant derde partijen

832

10.

Opgave Waddengebied

765

Totaal tien belangrijkste afwijkingen

6.412

Overige afwijkingen

14.702

Gerealiseerd resultaat

21.114

Voor een deel hebben de afwijkingen betrekking op één specifiek thema en in bepaalde gevallen op meerdere thema's. Wij hebben hierna een toelichting gegeven op de afwijkingen.

Tabel 26. Toelichting op de tien grootste afwijkingen

(x € 1.000)

Bedrag

1. Voorziening Investeringsfonds Groningen

-7.594

Uit de jaarrekening 2024 van Investeringsfonds Groningen BV (IFG) blijkt dat over 2024 een negatief resultaat is gerealiseerd van € 3,7 miljoen. Daarnaast blijkt dat in de vastgestelde jaarrekening 2023 een materiële fout is ontdekt. Dit heeft een impact van € 3,8 miljoen op het eigen vermogen en dit is retrospectief (aanpassing openingsbalans) verwerkt in de jaarrekening 2024 van IFG. Het gevolg is dat dit een negatief effect heeft op de marktwaarde van IFG en die komt daardoor lager uit dan onze boekwaarde. Dit betekent dat de gevormde voorziening IFG moet worden verhoogd met € 7,6 miljoen. Dit heeft een nadelig effect op het rekeningresultaat 2024. Via de bestemming van het rekeningresultaat 2024 wordt voorgesteld het effect van de ophoging van de voorziening te dekken uit de hiervoor gevormde risicobuffer binnen de Algemene reserve.

2. Groot onderhoud en Restauratie Rijksmonumenten Groningen (GRRG)

5.955

Voor regeling GRRG zijn minder aanvragen binnengekomen dan begroot in 2024. Daarnaast zijn 44 aanvragen eind 2024 binnengekomen, deze moeten nog worden beoordeeld, deze vallen dus onder het plafond 2024, maar de lasten vallen in 2025. De niet bestede provinciale middelen ad € 5.955.000 worden via bestemming van het rekeningresultaat overgeboekt naar 2025.

3. Toerekening apparaatskosten aan investeringen

2.351

De toerekening van de kosten van de medewerkers in het primaire proces aan programma's en investeringsprojecten vindt of rechtstreeks of achteraf via een verdeelsleutel plaats. De gehanteerde verdeelsleutels zijn gebaseerd op de begrote verdeelsleutels. Een uitzondering hierop is de basis voor de investeringsprojecten die op de balans worden geactiveerd. Hiervoor wordt de inzet gebaseerd op de werkelijke uren. Daarnaast wordt nog een deel van de overhead als opslag over de directe inzet toegerekend aan de investeringsprojecten.
Op basis van de werkelijke inzet gebaseerd op de geschreven uren is in 2024 € 2,4 miljoen meer toegerekend aan de investeringsprojecten dan op basis van de begroting werd verwacht. Dit heeft geleid tot een positief effect op het rekeningresultaat. Ter dekking van de hogere toekomstige afschrijvingslasten wordt via de bestemming van het rekeningresultaat voor gesteld om € 3,2 miljoen aan de reserve Afschrijvingen toe te voegen.

4. Stikstof/Biodiversiteit

2.102

De uitgaven op het gebied van stikstof/biodiversiteit vallen lager uit dan begroot omdat we uitvoeringskosten voor Transitie Landelijk Gebied in 2024 grotendeels hebben kunnen declareren bij het Rijk via een specifieke uitkering van het Rijk (SPUK). Voor de uitvoering van de gebiedsplannen en de nieuwe maatregelpakketten hebben we ook eigen middelen nodig als cofinanciering. De niet bestede middelen worden via bestemming van het rekeningresultaat overgeboekt naar 2025.

5. Voorziening Rodin

-1.992

Als gevolg van de ontwikkelingen in 2024 met betrekking tot de afwikkeling Rodin hebben wij de in 2023 gevormde voorziening Rodin opgehoogd met € 1,99 miljoen. De afwikkeling van de verkoopopbrengst van de boedel Rodin Broadband Groningen BV (RBG) heeft geleid tot een beperkt hogere opbrengst en een vervallen nabetaling. Daarnaast zit de juridische procedure met betrekking tot de borgtochten in de afrondende fase en gaan we nog in overleg met de andere financier over de te volgen procedure met betrekking tot de bestuurlijke aansprakelijkheid. In het kader van het voorzichtigheidsprincipe hebben wij voor het financiële effect van deze onderdelen de voorziening opgehoogd.

6. Schatkistbankieren

1.683

Door de invoering van het verplicht schatkistbankieren worden de tijdelijke overtollige middelen aangehouden op de rekening-courant van de provincie bij het Rijk. Het gemiddelde saldo was ten opzichte van de raming € 21,3 miljoen hoger en de rente is 0,14% hoger dan geraamd. Dit heeft per saldo geleid tot een hogere rentebate van € 1,7 miljoen. Zie voor een verdere toelichting de paragraaf Financiering in deel 3.

7. Omgevingswet: bouwactiviteiten

1.199

De baten worden begroot op basis van het gemiddelde van de afgelopen jaren. Het aantal verleende vergunningen in 2024 lag hier boven, waardoor de legesinkomsten € 1.199.000 hoger uitvallen dan begroot. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Lokale heffingen in deel 3.

8. Erfgoed, Ruimtelijke kwaliteit en Landschap (ERL)

1.112

Vanuit Erfgoed, Ruimtelijke kwaliteit en Landschap is een bedrag verleend aan het Steunpunt Ruimtelijke kwaliteit. De rest van de begrote middelen hangen samen met het nog op te stellen beleidsprogramma Ruimtelijke kwaliteit en landschap/uitvoeringsagenda Mooi Groningen. Ook zitten er middelen in voor de ondersteuning van gemeenten. In 2024 hebben we dit nader onderzocht en een plan voor gemaakt dat in 2025 wordt uitgevoerd, daarom zijn er verder geen verleningen gedaan ten laste van dit budget in 2024. De niet bestede middelen ad € 1.112.000 worden via bestemming van het rekeningresultaat overgeboekt naar 2025.

9. Rentevergoeding rekeningen-courant derde partijen

832

Over de saldi van derden in rekening-courant worden de overeengekomen rentevergoedingen berekend en verantwoord. Het voordeel van € 831.800 met betrekking tot de rentevergoeding rekening-courant derde partijen heeft met name betrekking op SNN. Als gevolg van een lager gemiddeld saldo (€ 42,4 miljoen) en een hogere rente van 0,14% is de rentebijschrijving lager dan waarmee in de bijgestelde begroting rekening werd gehouden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf Financiering in deel 3.

10. Opgave Waddengebied

765

Grote, meerjarige kustprojecten komen later op gang dan voorzien (zoals bij Eemszijlen/Groote Polder). De bedragen worden geraamd voor de totale looptijd. Het geheel is erop gericht dat wij als provincie Groningen circa 10% bijdragen. Wanneer deze financiering niet hard aangetoond kan worden is het risico dat de overige middelen (rijksmiddelen, Waddenfonds/IKW) niet beschikbaar komen of blijven. De middelen zijn nodig voor lopende meerjarenprojecten langs de kust en in het Waddengebied. Een deel is reeds verplicht maar nog niet afgerekend met de uitvoerende partij (Lauwersmeerdijk, Zoutkamp en IKW-projecten) en een deel is gereserveerd maar nog niet verplicht voor projecten langs de Eems-Dollard kust. Een deel van de wel al afgerekende kosten is gedekt uit de daarvoor bestemde middelen in de reserve Cofinancieringsfonds. De per saldo resterende middelen voor de opgave Waddengebied ad € 765.500 worden via bestemming van het rekeningresultaat overgeboekt naar 2025.

De afwijkingen op apparaatskosten en kapitaallasten worden niet per programma toegelicht maar op totaalniveau geanalyseerd. In de paragrafen 1.2 en 1.4 staat de betreffende analyse.

In onderstaande tabel worden per reserve de afwijkingen ten opzichte van de begroting per programma weergegeven.

Tabel 27. Afwijkingen per reserve

(x € 1.000)

Begroting
2024
na wijziging

Realisatie
2024

Verschil

Toevoegingen

Ruimte en water

80

1.571

-1.491

Milieu en energie

21

-21

Platteland en natuur

3.833

11.024

-7.191

Bereikbaarheid

60.409

86.110

-25.702

Economie

1.109

6.197

-5.088

Cultuur en maatschappij

950

950

Openbaar bestuur

472

500

-28

Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

30.184

31.332

-1.148

Totaal toevoegingen

97.038

137.705

-40.668

Onttrekkingen

Ruimte en water

1.888

386

-1.502

Milieu en energie

1.838

1.408

-430

Platteland en natuur

13.538

9.819

-3.719

Bereikbaarheid

101.302

89.076

-12.227

Economie

1.611

872

-739

Cultuur en maatschappij

4.410

1.261

-3.149

Openbaar bestuur

562

475

-87

Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

28.790

27.757

-1.034

Totaal onttrekkingen

153.940

131.053

-22.887

Saldo mutaties op reserves

56.902

-6.653

-63.555

In onderstaand overzicht worden per reserve de afwijkingen ten opzichte van de begroting kort toegelicht. Voor een verdere toelichting op de betreffende afwijking wordt verwezen naar de verschillenanalyse op de baten en lasten per programma in deel 2.

Tabel 28. Verschillenanalyse per reserve

(x € 1.000)

Toe-voegingen

Ont-trekkingen

Saldo verschillen

Exploitatie openbaar vervoer, innovatieve en overige maatregelen

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-8.961

-10.249

-19.210

Als gevolg van diverse oorzaken zoals toegelicht bij programma 4, zijn er minder middelen besteed. Dit heeft geleid tot een hogere storting in en een lagere onttrekking aan de reserve.

Totaal verschil

-8.961

-10.249

-19.210

Investeringen in infrastructuur

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-8.873

1.154

-7.718

Als gevolg van diverse oorzaken zoals toegelicht bij programma 4, zijn er minder middelen besteed. Dit heeft geleid tot een hogere storting in de reserve.

-

Programma 8. Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

0

0

0

Totaal verschil

-8.873

1.154

-7.718

Programma Landelijk Gebied

-

Programma 1. Ruimte en water

12

-316

-305

Vertraging in de uitvoering met betrekking tot een toegekende projectsubsidie heeft geleid tot lagere lasten in 2024.

-

Programma 3. Platteland en natuur

-4.788

0

-4.788

De grootste afwijking heeft betrekking op het onderdeel Natuurnetwerk Groningen. Een afwachtende markt en het doorschuiven van een omvangrijke aankoop heeft geleid tot lagere lasten en relatief goede verkoopresultaten tot hogere baten.

-

Programma 6. Cultuur en maatschappij

0

16

16

Totaal verschil

-4.776

-301

-5.077

Provinciale Meefinanciering

Onderdeel Provinciale meefinanciering

-

Programma 3. Platteland en natuur

-2.373

0

-2.373

Bij de openstellingen 'Cofinanciering Europees Innovatie Partnerschap' en de 'Jonge Boeren regeling 2024' zijn er minder/lagere subsidieaanvragen ontvangen dan verwacht. Daarnaast zijn een aantal subsidies lager vastgesteld. De niet bestede middelen zijn toegevoegd aan de reserve.

-

Programma 5. Economie

-2.957

2

-2.955

Als gevolg van diverse oorzaken zoals toegelicht bij programma 5, zijn er minder middelen vanuit provinciale meefinanciering besteed. Dit heeft geleid tot een hogere storting in de reserve.

Onderdeel RSP-REP (voormalige reserve RSP)

-

Programma 5. Economie

0

-719

-719

De lagere onttrekking aan de reserve heeft met name betrekking op een projectsubsidie (SHINE) groter dan € 750.000. Op basis van de voortgangsrapportage zijn de lasten lager dan gepland.

Totaal verschil

-5.330

-717

-6.047

Overboeking kredieten

-

Programma 1. Ruimte en water

-68

-395

-463

De ontvangen decentralisatie-uitkering voor de uitwerking van het programma NOVEX (€ 0,3 miljoen) zal in 2025 worden aangewend. Daarnaast diverse kleinere afwijkingen.

-

Programma 2. Milieu en energie

-21

-344

-365

De eerder ontvangen decentralisatie-uitkering voor de uitvoeringskosten klimaatakkoord zullen naar verwachting in 2025 worden ingezet. Daarom zijn deze middelen circa € 0,3 miljoen niet onttrokken aan de reserve. Daarnaast diverse kleinere afwijkingen.

-

Programma 3. Platteland en natuur

-30

-3.857

-3.887

De drie grootste afwijkingen worden toegelicht.
Nog niet alle middelen konden binnen de looptijd van de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw worden weggezet. De niet bestede middelen blijven beschikbaar voor het doel waarvoor de middelen oorspronkelijk beschikbaar zijn gesteld. Dit heeft geleid tot een lagere onttrekking aan de reserve.
De middelen voor natuurinclusieve na-isolatie zijn in 2024 nog niet volledig besteed omdat het verlenen van een opdracht om te komen tot een model-soortenmanagementplan meer tijd heeft gekost.
De lasten 2024 met betrekking tot het meerjarenprogramma Eems-Dollard 2050 zijn uit andere budgetten gedekt. De middelen vanuit de decentralisatie-uitkering blijven beschikbaar voor de dekking van de lasten van de komende jaren.

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-4.843

-129

-4.972

Met betrekking tot de decentralisatie-uitkeringen OV-aanbod verbeteren en op peil houden (trein) en verbeteren toegankelijkheid OV zijn we met de betrokken partijen nog in overleg. De verwachting is dat de middelen in 2025, dan wel in de jaren erna, besteed gaan worden.In afwachting daarvan zijn de middelen ad € 4,8 miljoen toegevoegd aan de reserve. Daarnaast nog een afwijking op de middelen voor RISM-II.

-

Programma 5. Economie

-2.131

-22

-2.153

Met name als gevolg van de vrijval van een subsidie in het kader van de Regionale Investeringssteun Groningen is er een hoger bedrag aan de reserve toegevoegd. Daarnaast diverse kleinere afwijkingen.

-

Programma 6. Cultuur en maatschappij

0

-3.165

-3.165

De grootste afwijking heeft betrekking op de uitvoering van het erfgoedprogramma. Daarnaast diverse kleinere afwijkingen.

-

Programma 7. Openbaar bestuur

-28

-87

-115

Diverse kleinere afwijkingen

Totaal verschil

-7.120

-7.999

-15.119

Beheer en onderhoud wegen en waterwegen

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-2.960

-2.578

-5.538

Het resultaat op de budgetten van het uitvoeringsprogramma beheer en onderhoud 2021-2024 is verrekend met de reserve. Dit heeft per saldo geleid tot een toename van de reserve van € 5,2 miljoen (saldo van een hogere storting en een lagere onttrekking). Het saldo bestaat uit een positief restant op de projectbudgetten van € 8,8 miljoen en een negatief resultaat van € 3,6 miljoen op de reguliere budgetten voor beheer en onderhoud. Het negatieve saldo op de reguliere budgetten voor beheer en onderhoud is met name ontstaan door de overheveling van budget naar de projecten. Het uitvoeringsprogramma beheer en onderhoud 2021-2024 is daarmee afgerond. De projectbudgetten zijn via de reserve beschikbaar voor de uitvoering in de komende periode en dienen als dekking van de Nota infrastructurele kapitaalgoederen als opvolger van het uitvoeringsprogramma 2021-2024. Bij de slotwijziging bij de Begroting 2024 hebben dit ook reeds aangekondigd.

Totaal verschil

-2.960

-2.578

-5.538

Cofinancieringsfonds

-

Programma 1. Ruimte en water

-314

-314

In 2024 zijn geen middelen benodigd geweest voor de uitvoering van projecten in het kader van het Veenweiden programma en het reduceren van veenoxidatie. De middelen blijven beschikbaar voor de uitvoering van projecten in de komende jaren.

-

Programma 2. Milieu en energie

-100

-100

De subsidieregeling voor het uitschakelen van obstakelverlichting met naderingsdetectie is 2024 verlengd tot eind 2025 en begin 2025 zijn de eerste subsidies beschikt. In 2024 zijn nog geen middelen benodigd geweest en daarom is er nog niets aan de reserve onttrokken.

-

Programma 3. Platteland en natuur

138

138

De besteding met betrekking tot het onderdeel Vitale kust/ Investeringskader Waddengebied (IKW) zijn in 2024 hoger dan begroot. Als gevolg hiervan is een hoger bedrag aan de reserve onttrokken.

Totaal verschil

0

-276

-276

Compensatie dividend Essent

-

Programma 1. Ruimte en water

-1.435

-370

-1.805

Op basis van de door uw Staten vastgestelde Grondexploitatie Blauwestad 2025 is een deel van de voorziening Blauwestad verlaagd. De vrijval gaat, zoals we bij de voordracht bij de Rekening 2016 hebben aangegeven, terug naar de reserve.
Daarnaast zijn als gevolg van een onderbesteding op het budget voor Oostpolder fase 2 de middelen vanuit de reserve Compensatie dividend Essent in 2024 niet benodigd en blijven beschikbaar 2025.

Totaal verschil

-1.435

-370

-1.805

Apparaatskosten personeel

-

Resultaat Apparaatskosten personeel (diverse progamma's)

-702

-1.093

-1.795

Totaal verschil

-702

-1.093

-1.795

Automatisering

-

Programma 8. Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

-446

18

-428

Het saldo op de budgetten voor automatisering en informatievoorziening wordt verrekend met de reserve. Als gevolg van een onderbesteding op het budget 2024 is restant toegevoegd aan de reserve Automatisering.

Totaal verschil

-446

18

-428

Bodem en ondergrond

-

Programma 2. Milieu en energie

14

14

Als gevolg van een kleine overbesteding op de middelen voor bodemsaneringsprojecten is meer onttrokken aan de reserve.

Totaal verschil

0

14

14

Risico's bij uitvoering van infrastructurele projecten

-

Geen verschillen

0

0

0

Totaal verschil

0

0

0

Afschrijvingen

-

Programma 4. Bereikbaarheid

-64

-425

-489

Ter dekking van de afschrijvingslasten van een achttal projecten is de reserve Afschrijvingen ten onrechte als dekking opgenomen in de begroting. Bij twee projecten is de dekking van de afschrijvingslasten lager dan begroot en dat is inclusief voorgaande jaren gecorrigeerd. Daarnaast een paar kleinere afwijkingen.

-

Programma 8. Algemene dekkingsmiddelen en bedrijfsvoering

0

41

41

De hogere onttrekking aan de reserve Afschrijvingen heeft betrekking op een correctie van de dekking van de afschrijvingslasten 2021-2023 Topweer en parkeergarage.

Totaal verschil

-64

-383

-448

Algemene reserve

-

Programma 1. Ruimte en water

0

-107

-107

Een lagere besteding met betrekking tot de de kosten die niet binnen de grondexploitatie Blauwestad passen, zoals marketingkosten, heeft geleid tot een lagere onttrekking aan de Algemene reserve.

Totaal verschil

0

-107

-107

Leefbaarheid krimpgebieden

-

Geen verschillen

0

0

0

Totaal verschil

0

0

0

Wabo

-

Geen verschillen

0

0

0

Totaal verschil

0

0

0

Totaal verschillen reservemutaties

-40.668

-22.887

-63.555

Deze pagina is gebouwd op 05/23/2025 15:46:43 met de export van 05/23/2025 12:21:45