8.1. Bedrijfsvoering
8.1. Bedrijfsvoering
Indicatoren | ||||||||
Realisatiewaarden | Streefwaarden | |||||||
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Verplichte indicatoren (BBV) | ||||||||
N.v.t. | ||||||||
Eigen indicatoren | ||||||||
N.v.t. |
Prioriteiten |
---|
Prestatie | Voort-gang | Toelichting |
---|---|---|
| ||
| groen |
|
| groen |
|
Regulier |
---|
Prestatie | Voort-gang | Toelichting |
---|---|---|
| ||
| groen |
|
| ||
| groen |
|
| groen |
Er is daarnaast een vernieuwde werkenbij-website geïntroduceerd. |
| ||
| groen |
|
| oranje |
|
| ||
| groen |
|
| groen |
|
| ||
| groen |
|
| ||
| groen |
|
| groen |
|
| groen |
|
Bijdrage Verbonden partij aan beleidsdoel |
---|
Prestatie | Voort-gang | Toelichting |
---|---|---|
N.v.t. |
8.2. Algemene dekkingsmiddelen
Het deelprogramma Algemene dekkingsmiddelen bestaat uit de volgende onderdelen:
- Algemene uitkering uit het Provinciefonds
- Opcenten motorrijtuigenbelasting
- Saldo van de financieringsfunctie
- Dividend
- Onvoorziene uitgaven
- Saldo overige algemene dekkingsmiddelen
- Vennootschapsbelasting
- Saldo mutaties reserves
Hieronder is een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven opgenomen. Onder dit overzicht wordt een aantal onderdelen kort toegelicht. In de paragraaf Lokale heffingen (deel 3) gaan wij naast opcenten motorrijtuigenbelasting in op de diverse leges en overige heffingen.
In deel 4. Balans en toelichting geven wij een totaalbeeld van de baten en lasten en gaan wij nader in op de financiële positie.
Algemene dekkingsmiddelen | Realisatie | Primitieve begroting | Begroting na wijziging | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|---|---|
(x € 1.000) | 2023 | 2024 | 2024 | 2024 | |
Uitkering provinciefonds | 216.448 | 227.367 | 266.659 | 267.055 | 396 |
Opbrengst provinciale belastingen | 64.079 | 64.323 | 65.651 | 65.651 | |
Geldleningen en uitzettingen | 39.456 | 18.925 | 25.479 | 32.461 | 6.982 |
Deelnemingen | 14.894 | 2.729 | 2.533 | -4.991 | -7.524 |
Onvoorzien | -500 | -500 | 500 | ||
Overige algemene dekkingsmiddelen | 309 | 72 | 72 | 449 | 377 |
Subtotaal | 335.186 | 312.916 | 359.894 | 360.625 | 731 |
Saldo mutaties reserves | -15.590 | 12.661 | -1.394 | -3.576 | -2.182 |
Saldo algemene dekkingsmiddelen | 319.596 | 325.577 | 358.500 | 357.049 | -1.451 |
Hierna lichten wij de genoemde onderdelen kort toe.
Uitkering Provinciefonds
De uitkering uit het Provinciefonds is in de bijgestelde begroting 2024 deels gebaseerd op de decembercirculaire 2024. Via een wijziging in mandaat zijn de decentralisatie-uitkeringen ad € 2,7 miljoen opgenomen in de Begroting 2024. Zie ook de slotwijziging van de Begroting 2024.
Daarnaast zijn de volumes van een aantal verdeelmaatstaven ten opzichte van de septembercirculaire 2024 geactualiseerd. Dit heeft tevens geleid tot een aanpassing van de uitkeringsfactor. Daardoor is de uitkering ten opzichte van de bijgestelde begroting met € 0,105 miljoen afgenomen.
In verband met onzekerheden in de uitkering corrigeren wij de begrote bate met een behoedzaamheidsbedrag van structureel € 0,5 miljoen per jaar (Kadernota 2021-2025). Deze buffer valt nu vrij ten gunste van het rekeningresultaat 2024.
Opbrengst provinciale belastingen
De opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting 2024 is gelijk aan de begrote opbrengst. De aanslagoplegging en de inning van de opcenten motorrijtuigenbelasting wordt uitgevoerd door de Belastingdienst. Wij hebben geen definitieve afrekening over 2024 ontvangen van de Belastingdienst en verantwoorden derhalve de begrote opbrengst. De definitieve afrekening volgt later in 2025. Als op dat moment blijkt dat de werkelijke opbrengst over 2024 afwijkt van de begrote opbrengst zal dit verschil worden verantwoord in 2025.
Volledigheidshalve vermelden we dat er een onzekerheid bestaat op de volledige inning van de opcenten motorrijtuigenbelasting, net als dat in andere jaren ook het geval was. De wetgever heeft bepaald dat de berekening, oplegging en incasso van de opcenten motorrijtuigenbelasting wordt uitgevoerd door de Belastingdienst. De informatie van de Belastingdienst is ontoereikend om als provincie de juistheid en volledigheid van de opbrengsten op voertuigniveau te kunnen vaststellen. Door de systematiek te kiezen van de berekening, oplegging en incasso door de Belastingdienst, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de opcenten motorrijtuigenbelasting geen provinciale verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de provincies geen zekerheden omtrent omvang en hoogte van de opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting kan worden verkregen.
In deel 3 Paragrafen van deze jaarstukken hebben wij in paragraaf 4 Lokale heffingen het beleid ten aanzien van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting (4.2) alsmede de lokale lastendruk (4.3) toegelicht. Daarbij is tevens de lokale lastendruk vergeleken tussen provincies onderling. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar deze paragraaf.
Geldleningen en uitzettingen
Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf Financiering in deel 3 van deze jaarstukken.
Deelnemingen
De realisatie van dividenden in 2024 was nagenoeg gelijk aan de bijgestelde begroting. Als gevolg van de liquidatie van Publiek Belang Energieproductie BV (PBE) in 2024 is nog een uitbetaling ontvangen die niet in de begroting was verwerkt.
Onvoorzien
In de begroting is een budget opgenomen ten behoeve van onvoorziene uitgaven van € 0,5 miljoen. Wij hebben in 2024 geen gebruik gemaakt van het budget en daarom valt het nu vrij ten gunste van het rekeningresultaat.
Overige algemene dekkingsmiddelen
Onderdeel van de financiële dekking van het Hoofdlijnenakkoord 2024-2027 is een structurele bezuiniging op autonome taken van in totaal € 0,8 miljoen op jaarbasis. In totaal is er op diverse kredieten een bezuiniging doorgevoerd van bijna € 0,9 miljoen. Het surplus is voor 50% toegevoegd aan het budget Provinciale Meefinanciering en voor 50% opgenomen als een stelpost Autonome taken. Deze stelpost is in 2024 niet benodigd geweest en valt nu vrij in het rekeningresultaat.
Voor een aantal partijen vorderen wij de btw terug via het BTW-compensatiefonds. Een deel van deze btw komt ten gunste van de provincie. Dit is ongeveer € 0,3 miljoen hoger uitgevallen omdat wij hierbij voorzichtig begroten.
Saldo mutaties reserves
Zie deel 4 Jaarrekening (onderdeel 1.1.) voor een analyse van de reservemutaties.
N.B. Met ingang van 1 januari 2016 geldt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 ook voor overheidsondernemingen. Dit betekent dat de provincie onder voorwaarden belastingplichtig kan zijn voor de vennootschapsbelasting (vpb). Op basis van een inventarisatie en afstemming met de Belastingdienst is de conclusie dat de provincie geen activiteiten heeft die leiden tot betaling van vennootschapsbelasting.
In 2023 zijn we gestart met het in kaart brengen van onze fiscale organisatie met als doel te werken naar een bij de provincie passend Tax Control Framework (TCF). Daarbij maken we gebruik van de normen zoals die worden gesteld door de Belastingdienst als het gaat om fiscaal in control zijn. In 2024 is, met hulp van een extern fiscaal kantoor, de vpb-plicht opnieuw beoordeeld. In 2025 zullen de resultaten hiervan bekend worden.